Zoeken in deze blog

zondag 12 april 2020

Het ABC van een gitaar uitproberen / Vibrato op een Gitaar.

In mijn lange loopbaan als gitarist / docent zijn er natuurlijk 
talloze gitaren door mijn handen gegaan. Soms omdat leerlingen
ermee aankwamen of we gingen samen naar een muziekzaak
om een mooi model of merk uit te kiezen. Er werden soms ook
meerdere gitaren tegelijk opgestuurd vanwege het kwantumvoor-
deel dat dat op kon leveren. En ik verwacht zelfs dat er na het 
lezen van dit stukje nog genoeg vragen overblijven. Neem dan
gerust even contact met me op. De extra "inkijk" die ik kan le-
veren komt vanuit mijn ervaringen met gitaren restaureren:
Soms een simpel kambeentje maken maar ook gitaren helemaal
uit elkaar halen. Toetsen opnieuw uitvlakken en befretten.
Gitaarkoppen opnieuw vastlijmen na een ongelukje enz.
acakoevoets@kpnmail.nl

- Allereerst het onderscheid electrische gitaren / akoestische gitaren.
  Die zal ik apart behandelen omdat de verschillende soorten ver-
  schillende aandachtspunten vragen.

- Soms zal een leraar een bepaald merk waar hij / zij goede ervaringen
  mee heeft, aanbevelen. Maar problemen kunnen per instrument ver-
  schillen en daar moet je bij het keuren van een instrument rekening
  mee houden.

- Datzelfde geldt voor de man / vrouw die je adviseert bij je aankoop:
  Probleem is wel dat er soms een zogenaamde "winkeldochter" aan-
  gepraat wordt. Niet altijd 100 % betrouwbaar, de goede muziekzaken
  moeten zich daarbij niet aangesproken voelen.

- Een gitaar kopen op Marktplaats of via de vele verkoopsites op Face-
  book. Eigenlijk alleen doen als je er veel verstand van hebt of de ver-
  koper een bezoekje kunt brengen met iemand die je kan adviseren.



De Spaanse gitaar / Staalsnarige gitaar

Dit mag eigenlijk niet onder een kop maar anders wordt dit wel een
erg lang epistel. Het verdient in elk geval voorkeur om zelf een "refe-
rentie"  gitaar mee te nemen. Een instrument dat je goed kent en waar-
van je de bespeelbaarheid en klank goed weet in te schatten.

De technische check-up:

Waarom die het eerst? Omdat als er serieuze mankementen zijn je niet
eens verder iets hoeft uit te proberen.

- Controleer de klankkast op scheuren / barsten. Geldt ook voor de hals.
  Dan de keuze voor een massief of een gelamineerd bovenblad. Een
  goed gebouwde gitaar met gelamineerd bovenblad is eigenlijk best sterk
  maar zal nooit geweldig gaan klinken. Op concertgitaren kom je dat dan
  ook niet tegen. Voor een studiegitaar is het eigenlijk niet eens zo'n
  bezwaar. Een gelamineerde klankkast, veel gitaristen kijken dan al vies
  maar zij vergeten daarbij dat veel 19e eeuwse gitaren een zij- en achter-
  kant hadden van verschillende houtsoorten: Het palissander van zij - en
  achterbladen werd aan de binnenkant voorzien van een zachtere houtsoort
  duidelijk bedoeld om een "zachtere en rondere"  toon te krijgen. De
  concertgitaren van Ramirez hadden "beklede" zijkanten en dat ook puur
  om klanktechnische redenen. De Japanners exporteerden veel gitaren
  met gelamineerde zij- en achterbladen deels vanwege wereldwijd vervoer
  en het daardoor wat minder gevoelig zijn voor klimatologische omstan-
  digheden. Er zaten absoluut topgitaren tussen! De 2 Tama steelstrings
  uit mijn verzameling verschillen in dat opzicht van elkaar. Het latere
  volledig massieve model moet het qua klank afleggen tegen een "solid
  top" gitaar met gelamineerde zij- en achterkanten uit een iets eerdere
  periode.

- Massief bovenblad is dus te prevaleren maar wat voor houtsoort dan?
  Fichten(Sparren) of Spruce is er in veel varianten: Europees, Engelmann,
  Sitka met ieder een beetje hun eigen eigenschappen. Het is een beetje de
  regel dat een fijngenerfd bovenblad te verkiezen is boven grofgenerfd en
  dan nog het liefst met "medullar rings" een soort van schittering onder
  bepaalde lichtval dwars op de nerfrichting. Mijn ervaring is dat het een
  grove regel is die te hanteren is maar ik heb prachtig klinkende gitaren
  in handen gehad die grof generfd waren en niet eens "kwartiersgezaagd".
  Ceder is wat later in zwang gekomen en is een wat donkerder houtsoort
  die eigenlijk veel sneller "op klank"  is dan sparren. Iets donkerder van
  klankkleur maar in principe zeker niet inferieur. Een kwestie van smaak.
  Fichten groeit qua klank met de jaren maar moet wel regelmatig bespeeld
  blijven worden. Ceder is wat dat betreft gemakkelijker. Een gitarist ver-
  geleek het verschil eens met vrouwelijk (Fichten) en mannelijk (Ceder)
  gedrag: Je weet van Ceder meteen wat je er aan hebt. Tsja, discussie voor
  in de grote groep! Belangrijke wetenswaardigheid: Een fichten bovenblad
  laat licht door. Dus een lampje in de klankkast van een gitaar laat dan
  duidelijk de bracing van een gitaar zien. Ceder absoluut niet.

- Is de kam goed gelijmd. Vaak bij goedkope maar ook oudere gitaren
  een probleem. Vooral kijken achter het blok waar de snaren aan vast 
  zitten. Dat is te repareren maar is niet direct een goedkope actie.

- Een niet onbelangrijke wetenswaardigheid is het fenomeen compensatie:
  Deze compensatie verdient voor sommige gitaristen een nadere uitleg.
  Door het indrukken van de snaar, verhoog je de spanning in de snaar waar-
  door deze eigenlijk "te" hoog klinkt. Om dit te "compenseren wordt het
  kambeentje net wat verder weg geplaatst (naar rechts / beneden)
  De directe lengtes gemeten van topkam tot 12e fret en vanaf de 12e fret 
  naar het kambeentje verschillen dus t.o.v.  elkaar. De laatste afstand is 
  plm. 2 mm meer. De bassnaren hebben meer nodig, de melodiesnaren
  minder. Dat is de reden waarom het kambeentje min of meer scheef wordt 
  geplaatst. In vroeger tijden hield men er geen rekening mee met als gevolg 
  dat het octaaf te hoog klonk. De eerste stap naar compensatie werd gedaan 
  door de hele kam een beetje schuin te zetten. Men treft dit nog al eens aan 
  op gitaren uit de eerste helft van de vorige eeuw!  En soms zelfs ook nog 
  wel tegenwoordig. 

- Door de soms jarenlange spanning op de snaren is het bovenblad vaak
  niet recht meer. Tussen kam en klankgat zie je dan een soort van "dalletje"
  terwijl er (met name bij staalsnarigen) een bult achter de kam te zien is.
  Een beetje is niet erg maar teveel: Niet tot koop overgaan.

- De aanhechting hiel van de hals / klankkast kan kieren vertonen door
  de werking van de houtsoorten en de spanning die op het instrument
  staat. De Alpha steelstrings zijn daarvan een berucht voorbeeld: Prima
  klinkende instrumenten maar door deze loszittende hiel komt de hals
  naar voren met als gevolg een onmogelijk hoge speelactie.

- Is de hals nog een beetje recht: Hierover bestaan veel misverstanden 
  want een hals mag / moet niet volkomen recht zijn. Een simpele check
  is  om een vinger van de linkerhand in vakje 1 te plaatsen van de dikste
  snaar. De wijsvinger van de rechterhand op de laatste fret. Dan moet je
  plm. 1 mm speling ter hoogte van de 7e fret zien. De Engelsen / Ameri-
  kanen noemen dat "neck relief" Of een hals gedraaid (getordeerd is) 
  vereist enige kennis en ervaring op dat gebied. Een in ernstige mate ge-
  tordeerde hals betekent simpelweg: Niet kopen. Steelstrings zijn vaak 
  voorzien van een halspen en zijn bij te stellen. Een jarenlang te strak 
  aangedraaide halspen kan zelfs voor een bol staande hals zorgen. Dan ben 
  je verder van huis. Overigens alleen zo'n halspen aandraaien als de snaren-
  spanning eraf is.

- Kopbreuken komen meestal meer voor bij Electrische dan bij Spaanse /
  Steelstring gitaren. Wel even checken. Een hals bestaat bijna altijd uit 
  een  aangelijmde kop maar dat is goed van een breuk te onderscheiden.
  Een goed gerepareerde breuk staat overigens de functionaliteit van een
  gitaar niet in de weg.

- Draaien de mechanieken nog soepel. Speling op de knoppen kan soms 
  met het aandraaien van de wormwiel schroefjes verholpen worden.
  En een druppeltje olie / vaseline doet soms wonderen. Zijn de knoppen
  gescheurd? Vaak zie je dat bij oude Spaanse gitaren. Je kunt knoppen
  vervangen en zelfs hele mechanieken en dat hoeft niet kostbaar te zijn.
  Kijk maar eens op Ali Express. De assen waar de snaren omheen worden
  gewonden (plastic) hebben een ijzeren of koperen kern. Onder tempe-
  ratuursverschillen zet  de kern uit waardoor het plastic kan gaan scheuren.
  Hoeft geen probleem te zijn maar ik had het onlangs nog met een gitaar
  waarvan het hele plastic omhulsel het bij het opzetten van nieuwe snaren
  begeven had. Dus terdege rekening mee houden.

- In welke staat zijn de frets en met name de onderste 5? Diepe groeven
  betekenen meestal dat een fretjob aanstaande is. Groeven kunnen ook
  in de toets zitten door het jarenlang spelen met te lange nagels aan de 
  linkerhand (voor rechtshandigen) Een noodzakelijk fretjob kost je al
  gauw tegen de 200 euro - niet de moeite dus bij een goedkoop gitaartje.

- Is de speelactie (snaren al of niet te ver van de frets) nog goed? Heeft
  het kambeentje voldoende hoogte en bestaat er een mogelijkheid dat 
  nog bij te stellen? Maken de snaren voldoende "hoek" over het kam-
  beentje. Dat is belangrijk voor de neerwaartse druk die de snaarspanning 
  oplevert. Een heel flauwe of geen hoek geeft een heel flauw, direct te
  herkennen geluid op. Een goed gesneden topkam is ook goud waard:
  Te grof ingezaagde groefjes kunnen voor veel stemmingsproblemen
  zorgen. Het oppervlak waarop de snaren rusten moet glad zijn en de
  snaren mogen zeker niet te diep in de gleuven liggen. Een topkam
  waarvan de snaren te hoog t.o.v. de frets liggen geeft ook problemen
  bij het gemakkelijk bespeelbaar zijn van een gitaar

- Oude snaren zijn natuurlijk gemakkelijk te vervangen en mogen een
  aankoop eigenlijk niet in de weg staan. Wel wordt het wat lastiger de
  potentie van een instrument in te schatten. Gevorderde spelers zetten
  echter vaak hun eigen merk op de gitaar zodat het dan twee keer wisselen
  van snaren wordt en dus een onnodige verspilling van materialen.

- De "kloptest". Wordt altijd overgeslagen maar is zo belangrijk: Zitten
  er namelijk losse balkjes in de gitaar. Alles is te repareren maar als je
  dat zelf niet kunt.....  Een rammelend balkje hoor je echt goed en dan is
  het belangrijk dat de plaats daarvan een beetje goed bereikbaar is voor 
  een afdoende reparatie. Op zich geen probleem maar wel even weten
  door te checken.

- Een brede hals (meestal breder dan 52 mm aan de topkam) of een wat
  smallere: Wat heeft je voorkeur en om welke reden? Dan zeker ook de
  mensuur: De lengte van topkam tot kambeentje. Het is een tijd in de
  mode geweest om met grotere mensuren te bouwen omdat dat meer
  volume zou geven. De Jose Ramirez concertgitaren hadden bijvoorbeeld
  een mensuur van 665 mm, niet zo fijn als je kleine handen hebt.
  Een mensuur van 650 mm (hooguit 655 mm) valt, zeker voor beginners,
  aan te raden. Overigens zijn gitaren met een grotere mensuur soms
  verrassend gemakkelijk bespeelbaar. Een spelregel is er dus eigenlijk niet.

- Doet de muziekzaak / verkoper zelf reparaties? Geeft hij garanties?
  Mag je je gitaar terugbrengen mocht er iets serieus mee aan de hand
  zijn? Toch even de gitaar aan mijn leraar laten zien al vraag ik me soms
  af waarom er op dat gebied nauwelijks aandacht aan dit fenomeen wordt
  geschonken. Ook de meeste conservatoriumstudenten weten absoluut
  veel te weinig over het keuren van een gitaar, even afgezien van de klank /
  bespeelbaarheids beoordeling. Als ervaringsdeskundige moet ik bekennen 
  dat ik zelfs nu nog wel eens voor verrassingen kom te staan...... 
  Even niet gezien....

- Is de gitaar octaafzuiver: Vergelijk de gegrepen noot op de 12e fret met de
   flageolet op die plaats. Je kan wel een beetje corrigeren maar dat moet dan
   binnen de dikte van het kambeentje mogelijk zijn. Lopen de snaren mooi
   in lijn met de buitenkanten van de hals. Bij een relatief dure gitaar dit als
   euvel dus gewoon tegengekomen. Nametingen maken dan duidelijk dat de
   kam niet exact in het midden van de klankkast gelijmd zit. Het is bekend
   dat als de hals niet volkomen recht op de klankkast zit, dit "gecorrigeerd"
   kan worden met het excentrisch verlijmen van de kam.


Het beoordelen van de klank / bespeelbaarheid

- In je enthousiasme wil je natuurlijk meteen met een nieuw aan te kopen
  gitaar aan de slag, dus gelijk rammelen op dat ding, Fout, fout, fout! Eerst
  de gitaar nauwkeurig stemmen. Een perfect gestemde gitaar klinkt alleen
  dan pas optimaal. De lage snaren ondersteunen als het ware dan ook het
  best de klank van de hoge snaren. Stem de gitaar daarnaast ook op de juiste
  toonhoogte. Alle gitaren hebben een zogenaamde eigen frequentie. De fre-
  quentie waarin ze net wat meer resoneren. Dit is uiteraard ook van invloed
  op de uiteindelijke klank. De eigen frequentie kun je opzoeken door een
  chromatische toonladder recht in het klankgat te zingen. De gitaar resoneert
  duidelijk meer op het moment dat je zijn eigen frequentie in de klankkast
  laat horen. Wat de meeste ideale frequentie is? Daar zijn de meningen over
  verdeeld. Meestal wordt voor een lagere eigen frequentie gekozen. Vaak een
  lage G# maar misschien toch liever nog een F#.

- Octaafzuiverheid: Dit is te controleren door de gegrepen noot op de 12e
  fret te vergelijken met de flageolet op dezelfde plaats. Oude snaren geven 
  wat dat betreft vaak een vertekend beeld en het is niet ongewoon dat de ene
  snaar wel "klopt"  voor wat betreft zuiverheid en de andere niet. Exemplarisch
  kan dit dus verschillen per merk en per snaar. Berucht is de G-snaar wat dat 
  betreft. De trilbeweging van een snaar controleren: Deze moet netjes op en
  neer trillen. Slechte / oude snaren trillen soms heel onregelmatig. Dit is met
  wat oefening goed te zien. 

- Soms kan het zijn dat bij oude snaren op de plaats van een van de frets een
  knik in de snaar is gekomen door gedurende langere tijd veel druk uit te 
  oefenen. Zo'n knik kan voor een vervelend ratelend of rammelend geluid 
  zorgen. Dat hoeft dus niet altijd aan frets te liggen die ongelijk van hoogte 
  geplaatst zijn.

- Eigenlijk kan het beoordelen van de klank natuurlijk alleen maar als je al 
  toon kunt maken op met name een Spaanse gitaar. Dat is de meeste amateurs 
  helaas al niet gegeven. Toch zelf spelen en accoorden aanslaan om warmte en 
  volume te beoordelen lukt meestal wel natuurlijk. Je moet toch een beetje "
  gepakt worden door het geluid van een instrument. Voor wat betreft de toon-
  vorming op de hoge snaren. Dit kan perfect met het aanslaan met een wat 
  dikker ivoren / benen plectrum al zal niet iedereen daar de beschikking over 
  hebben. Veel gitaren hebben zogenaamde "dode" plekken ergens op de hals.
  Daar zal een toon heel snel "uitsterven". In mindere mate hebben erg veel 
  gitaren dit probleem maar als het serieus "anders" klinkt, vormt dat een pro-
  bleem. Speel chromatisch (vakje voor vakje) op bijvoorbeeld de hoogste E
  snaar naar boven, daarbij de andere 5 snaren afdempend. Een eventuele 
  "dode" plek zal dan direct te horen zijn, mochten ze er zijn. Ontzie daarbij
  maar wel de 19e fret. Er zijn bijna geen gitaren waarop de noot daar ge-
  speeld nog mooi doorklinkt!

- De lage snaren. Hebben ze voldoende diepte en brilliantie tegelijk? Lopen ze 
  niet aan op bepaalde frets. Dus vakje voor vakje proberen. Dat geldt overigens
  ook voor de dunste snaren. Houdt er rekening mee dat een andere set snaren
  voor iedere gitaar toch weer een andere toonkleur oplevert. Een goede muziek-
  zaak kan je daar eventueel bij helpen om de juiste keuze te maken. Een gitaar
  met een fichten (sparren) bovenblad zal pas na veel en regelmatig bespeeld te 
  zijn, zijn beste klank afgeven. Van gitaren met een ceder bovenblad mag je 
  nagenoeg meteen een optimaal toonresultaat verwachten.


- De hoge snaren geven meestal HET probleem: Ze blijven vaak wat achter bij
  de bassen, klinken soms te dun (en niet kernachtig) onevenwichtig (speel voo-
  ral wat toonladders en hebben soms "dode" plekken op bepaalde posities.
  Het vervelende is dat een losse fret ook zo'n "dode"  klank kan opleveren.
  De klankkleur moet nu van laag naar hoog gecontroleerd worden en moet
  bij voorkeur zo gelijkmatig mogelijk zijn. Een dure/ goede gitaar klinkt 
  vooral wat rijker in zijn boventonen en geeft daardoor meer verschillende 
  klanken bij het aanslaan op verschillende plaatsen. Een goede gitaar moet
  daarbij een duidelijk verschil in klankeigenschappen laten horen.

- Wat een veel gebruikte en bekende truc is bij saxofonisten maar bij gitaristen
  totaal onbekend: Ga in een hoek van een kamer staan / zitten met zogenaamde
  harde muren en bespeel het te proberen instrument met je gezicht en de gitaar
  naar de hoek toe gericht: De klank wordt nu direct gereflecteerd en je hoort de 
  gitaar zoals een toehoorder die ervaart. Als speler zit je namelijk vervelend 
  genoeg op de meest ongunstige plaats van het te proberen instrument! Laat
  als het enigszins mogelijk is een ervaren speler iets in het genre spelen dat je
  zelf denkt het meest te gaan spelen op die gitaar.

- Dit is een tip voor mensen die verkouden zijn of lichte gehoor problemen
  hebben: Knijp je neus dicht en zet vanuit je longen nu wat druk op je ge-
  hoorgangen. Resultaat is dan vaak dat je ineens veel meer diepte ervaart
  in de klank. Een bezoek aan de KNO arts kan dan ook geen kwaad trouwens!

- Een niet te verwaarlozen probleem is dat bepaalde gitaren heel goed zijn voor
  een bepaald soort muziek maar het af laten weten bij een andere stijl. Luister
  daarom eens goed naar voorbeelden van professionele spelers in de stijl die jij
  wilt gaan bestuderen: Hoe klinken die en is dat jouw geluid? Andere gitaren
  zijn soms wat "vlakker"  (lees: neutraler ) maar zijn breder inzetbaar voor
  verschillende stijlen.

- Hou er rekening mee dat een gitaar die een tijdje niet op spanning geweest
  is, niet meteen zijn optimale klank weergeeft bij het erop zetten van een nieu-
  we set snaren. Dat duurt toch zeker een dag - geloof het of niet. Bij het ver-
  wisselen van snaren raad ik dus altijd aan om dat snaar voor snaar te doen.

- Als je geen nieuwe gitaar koopt zou ik voorrang geven aan een goed be-
  speelbare en goed klinkende gitaar, ook al heeft hij wat krassen en peuten,
  boven een mooi glimmend meubelstuk. Ik had eens voor een klusje in de
  studio een steelstring nodig. Niet op gerekend dus niet bij me. "Ga er maar
  een bij Jan halen"  zei de studiobaas. "Jan? Jan? welke Jan? "Jan Akkerman
  was zijn antwoord. "WEL voorzichtig mee zijn he" was de boodschap van
  Jan. Toen we in de studio de koffer openden, moesten we daarom wel lachen:
  Nog nooit zo'n afgeragd exemplaar gezien maar wel een gitaar met een
  prima klank! En die krasjes hoorden we niet eens op de opname!

- En als laatste: Stel geen onmogelijke eisen als je maar weinig te besteden hebt
  maar ga dan wel voor een prettige bespeelbaarheid en tenminste een beetje
  klank. Zet NOOIT stalen snaren op een Spaanse gitaar: daar zijn ze niet op
  gebouwd! Het bovenblad gaat vervormen. De kam komt vroeg of laat los en
  qua klank is het resultaat ook niet wat je van een Steelstring wel zou mogen
  verwachten.

- Voor de zogenaamde fabrieksgitaren geldt absoluut niet dat een hoger ge-
  classifeerd model ook altijd beter klinkt. Zo kan een gitaar van 1500 Euro
  soms nauwelijks beter klinken dan een 600 Euro modelletje. Aan de andere
  kant kan het ook zo zijn dat hij een 3000 Euro model naar de kroon steekt!
  Ik heb dit ervaren bij 4 Juan Orozco gitaren die op een veiling werden aan-
  geboden: Het model 15 (hoogste model) en twee modellen 8 waren nagenoeg
  nieuw. Een model 10 had wat lichte lakschade maar klonk gewoon veel beter
  dan de 15 alhoewel die veel duurder was. Dan is de keuze voor mij niet moei-
  lijk natuurlijk. Toch ook toen een extra model 8 meegenomen! Mooie gitaren
  waaraan ik een Blog gewijd heb: Juan Orozco - Dealer or Luthier? De moeite
  van het bestuderen waard.

- Aan mijn laatste opmerking hebben de meeste gitaristen niets maar het is wel
  een waarheid als een koe: Ik kom te vaak gitaren tegen die niet optimaal zijn
  afgesteld. Slechte kamgleufjes / plastic kambeentjes / beroerde set snaren /
  slagplaten die er niet op horen (vaak te dik) en zelfs met papier of een stuk 
  snaar opgehoogde kambeentjes. Een plastic kambeentje vervangen door een 
  benen kammetje geeft al een direct waar te nemen klank verbetering.

- En er kan daarnaast nog eens een andere wereld voor je opengaan op
  het moment dat je een ander merk snaren uitprobeert. Sommige gitaren 
  hebben een snarenset met een wat feller geluid nodig maar soms is het 
  ook precies andersom. Ik zet daarbij vaak bij een van de 3 hogere snaren
  een andere merk snaar op de gitaar ter vergelijking om alvast een idee te 
  krijgen van wat een nieuwe set voor mij klanktechnisch zou kunnen 
  betekenen. Wel even minimaal een dag wachten vooraleer je oordeelt.
  De rek moet eerst een beetje uit de nieuwe snaar...

- Voor Steelstrings is de "String Saver" een aanrader. Dat is een koperen plaatje
  aan de binnenkant van de gitaar die naast een prima bescherming voor het bo-
  venblad exra brilliantie en sustain toevoegt aan het geluid.


De Elektrische gitaar

Eigenlijk kan je het rijtje hierboven ook punt voor punt aflopen voor wat betreft
de hals, de frets en de mechanieken. Een eventuele kopbreuk hoeft geen probleem
te zijn maar moet wel vakkundig gerepareerd zijn. Dus

- Hals een beetje recht? Niet getordeerd?
- Frets niet te diep ingesleten.
- Geen aanlooppunten op bepaalde posities
- Mechanieken die nog goed werken.
- Hardware niet verroest zoals brugdeeltjes etc.
- Werken alle elementen? Kraken potmeters? Schakelaars?
- Elementen niet te ver van de snaren of juist te dichtbij?
- Voor solid body gitaren zullen er niet gauw problemen zijn
  voor wat betreft de body.
- De combinatie versterker - gitaar is van cruciaal belang:
  soms werkt een bepaalde combinatie niet.
- Datzelfde geldt voor effectpedalen en versterkers.
- Een kwaliteitsgitaar kopen betaalt zich altijd terug!
  Maar investeer dan ook in een goede kabel. Deze kan het
  geluid in nadelige mate beinvloeden.
- Een plugingang (Stratocasters zijn hierom berucht) kan veel
  storing en ongemak veroorzaken.
- Een onwillig topkammetje (niet goed glad gemaakt) kan voor
  blijvende stemmingsproblemen zorgen.
- Een topkam waarvan de snaren te hoog t.o.v. de frets liggen
  geeft ook problemen bij het gemakkelijk bespeelbaar zijn van
  een gitaar. Is natuurlijk voor weinig geld aan te passen.

Het ABC van een gitaar beoordelen op klank 

Bij deze opsomming die eigenlijk meteen het gevaar loopt niet compleet te zijn,
hoort ook weer het opsplitsen van de diverse types gitaren. Maar het "leren 
waarderen" van een bepaalde gitaarklank is een proces op zich. Dat draagt diverse
factoren met zich mee: Het type muziek dat gespeeld wordt, het doel en de omstan-
digheid waarin de gitaar gebruikt zal gaan worden en de de apparatuur eromheen
voor het geval e.e.a. versterkt zal gaan worden.


1.  De klassieke of "Spaanse"  gitaar: 

Nylonsnarig dus en meteen een instrument waarop je echt moet leren toon te maken. 
Een handig hulpmiddel hierbij is een dik benen of ivoren plectrum voor de dunste 
drie snaren. Die zijn wat dat betreft het meest kritisch. Verdiep jezelf eerst eens in de
klank zoals die door professionele spelers gemaakt wordt. Welke spreekt jou het meest
aan. De meeste gitaristen die voor het eerst een klassieke gitaar aanschaffen hebben 
hier geen idee van terwijl dat bij "electrische" gitaristen juist wel het geval is.

De klank van een concertwaardig instrument voldoet meestal aan een aantal voor-
waarden:

- Vooraleer je de klank gaat beoordelen bedenk dan wel een paar andere zaken: Is de gitaar
  optimaal afgesteld? Losse frets? Losse balkjes? Octaafzuiver? Wat voor snaren? En heel 
  belangrijk: Stem de gitaar eerst even heel goed! 

- Het instrument moet voldoende volume bezitten. Voor een oefeninstrument overigens 
  minder belangrijk. En neem een instrument mee dat je al kent als dat mogelijk is.

- De bassen moeten mooi diep resoneren maar toch ook een bepaalde helderheid in zich
  hebben. De hoge snaren moeten een mooi kernachtig geluid hebben. Stevig, met "vlees"
  en dus zeker niet te "dun"  klinken. De balans met de lagere snaren moet er zijn en meestal
  wordt het geluid van de diskant (de bovenste snaren) redelijk overheerst door de bassen.

- Over het hele tonale bereik van de gitaar moet de klankkleur een beetje gelijkmatig zijn.
  Geen vervelende "uitschieters"  qua volume of een ander klankkarakter in bepaalde posities.
  Je hebt altijd wel te maken met de "eigen frequentie"  van de klankkast. Elk voorwerp heeft
  zo'n eigen frequentie. Goede bouwers proberen deze zo laag mogelijk te leggen. Belangrijk
  is wel dat hij niet teveel op de "populaire"  noten valt en niet te zeer aanwezig is.
  Bijvoorbeeld Ab 2 (4e vakje snaar 6: 104 Hz) maar er zijn al bouwers die streven naar 
  Gb 2 (2e vakje snaar 6: 92,5 Hz)

- Zelf neem je de meest beroerde plaats in voor het beoordelen van de klank, namelijk achter
  het instrument. Ga, om het geluid zelf goed te kunnen beoordelen gericht naar een hoek van
  de kamer zitten. Harde muren reflecteren het geluid zodat je veel meer een idee krijgt van
  de klank van je instrument. Laat anders ook even een ander spelen. En denk erom: Het gaat
  er niet om de verkoper te laten horen hoe goed je wel niet bent. Dus toonladders, accoorden,
  spel alleen op de hoge snaren en alleen de lage etc.

- Als je in een stijl speelt en met een geluid tevreden bent, prima. Maar vergeet niet dat sommige
  gitaren zich prima lenen voor een bepaalde stijl maar het een beetje af laten weten zodra je er
  iets anders op speelt. Een beetje een allround gitaar daarin is natuurlijk een keuze.

- Hoe klinkt een instrument van een afstand, dus bijvoorbeeld 4 a 5 meter verder weg staand.
  Dat heeft alles met zogenaamde projectie te maken. Dit kan verrassende uitkomsten bieden
  is mijn ervaring. 

- Ook moet een gitaar beoordeeld worden op de manier waarop hij "kleurt". Daarmee bedoel ik:
  Geeft de gitaar echt een wezenlijk ander geluid als je de snaar op een andere plaats aanslaat.
  Een goede gitaar is hier heel levendig in. Er zijn prima fabrieksgitaren die mij erg verrast
  hebben maar die lijken wel te bepalen hoe ik ga klinken. Het moet eigenlijk andersom zijn
  natuurlijk.

- Het zijn echt allemaal verschillende dingen: Hoe klinkt de gitaar vanuit de positie van de speler,
  de toehoorder maar zelfs de vochtigheidsgraad kan in belangrijke mate bepaelen hoe een gitaar
  op een bepaald moment klinkt. Instrumenten met een ceder bovenblad lijken er wat minder
  gevoelig voor te zijn dan die met een fichten bovenblad.

- Een gitaar opnemen is weer een ander verhaal al speelt daarbij de kwaliteit en de plaatsing
  van de microfoons een grote rol. En natuurlijk de hele "keten" die daarna komt: Ruimte waarin  
  gespeeld wordt, opname apparatuur tot kabels toe. Een gitaar die prachtig klinkt lijkt het soms
  in een opname ineens kwijt te zijn. Een hobby van mij om dezelfde stukken op diverse gitaren 
  uit te proberen. Toegegeven, als je die dan ook allemaal hebt staan, is dat best een luxe.

- Direct na het opzetten van nieuwe snaren zal een gitaar nooit zijn optimale klank weergeven.
  Advies is in elk geval om snaar voor snaar te vervangen om de spanning op het bovenblad te
  houden. Een gitaar die lang niet is bespeeld moet ook weer 'los' gemaat worden. Het boven-
  blad komt los door trillingen. Dat kan ook eventueel met stevige muziek (bassen) draaien bij
  het instrument in een kleine ruimte. De gitaar gaat "meedoen' en komt daardoor ook "los".

2. De Steelstring gitaar:

Stalen snaren dus en ook een instrument waarop je toon moet weten te maken. 
Velen zullen met een plectrum spelen en bedenk daarbij dan wel dat een dik plectrum een ander
geluid geeft dan een dun plectrum. Grove regel kan zijn: Een dik plectrum voor single string
werk (solo's) en een medium plectrum voor "strumming" (accoordspel).
Verdiep jezelf eerst eens in de klank zoals die door professionele spelers gemaakt wordt. 
Welke spreekt jou het meeste aan. En spelen ze met een plectrum, vingers of zelfs speciale fingerpicks (van metaal of plastic?) De speelstijl bepaald hier meestal wel duidelijk het formaat 
gitaar waarvoor je zou kunnen kiezen. Fingerpicking wordt vaak op een wat kleinere gitaar 
gedaan omdat de noten bij zo'n instrument wat meer "gesepareerd"  klinken.

- Vooraleer je de klank gaat beoordelen bedenk dan wel een paar andere zaken: Is de gitaar
  optimaal afgesteld? Losse frets? Losse balkjes? Octaafzuiver? Wat voor snaren? Oude en/of
  nieuwe snaren maken natuurlijk een enorm verschil terwijl te dunne snaren een futloos geluid
  geven. Ook een ding om goed te controleren. Is de halspen juist afgesteld? Een losse halspen kan 
  een ratel geven bij bepaalde frequenties maar een aangespannen halspen kan nu juist een bepaald 
  soort "springyness" en levendig geluid bevorderen al moet je daar natuurlijk niet je geluid uit 
  halen. En heel belangrijk: Stem de gitaar eerst even heel goed! 

- Het instrument moet voldoende volume bezitten. Voor een oefeninstrument overigens 
  minder belangrijk. En neem een instrument mee dat je al kent als dat mogelijk is.

- Ook voor een steelstring geldt dat de hogere noten mooi stevig moeten klinken en niet
  worden "weggevaagd" door een te prominente basweergave. Berucht is het "Boom"effect
  van sommige dreadnoughts. Ook hier is een mooie balans het toverwoord.

 - Over het hele tonale bereik van de gitaar moet de klankkleur een beetje gelijkmatig zijn.
   Geen vervelende "uitschieters"  qua volume of een ander klankkarakter in bepaalde posities.
   Je hebt altijd wel te maken met de "eigen frequentie"  van de klankkast. Elk voorwerp heeft
   zo'n eigen frequentie. Goede bouwers proberen deze zo laag mogelijk te leggen. Belangrijk
   is wel dat hij niet teveel op de "populaire"  noten valt en niet te zeer aanwezig is.
   Bijvoorbeeld Ab 2 (4e vakje snaar 6: 104 Hz) maar er zijn al bouwers die streven naar 
   Gb 2 (2e vakje snaar 6: 92,5 Hz)

- Zelf neem je de meest beroerde plaats in voor het beoordelen van de klank, namelijk achter
  het instrument. Ga, om het geluid zelf goed te kunnen beoordelen, gericht naar een hoek van
  de kamer zitten. Harde muren reflecteren het geluid zodat je veel meer een idee krijgt van
  de klank van je instrument. Laat anders ook even een ander spelen. En denk erom: Het gaat
  er niet om de verkoper te laten horen hoe goed je wel niet bent. Dus toonladders, accoorden,
  spel alleen op de hoge snaren en alleen de lage etc.

- Als je in een stijl speelt en met een geluid tevreden bent, prima. Maar vergeet niet dat sommige
  gitaren zich prima lenen voor een bepaalde stijl maar het een beetje af laten weten zodra je er
  iets anders op speelt. Een beetje een allround gitaar daarin is natuurlijk een keuze. Bedenk goed
  waarvoor je het instrument wilt hebben. En probeer intussen de stijltjes uit die jij erop gaat spelen.

- Hoe klinkt een instrument van een afstand, dus bijvoorbeeld 4 a 5 meter verder weg staand.
  Dat heeft alles met zogenaamde projectie te maken. Dit kan verrassende uitkomsten bieden
  is mijn ervaring. 

- Ook moet een gitaar beoordeeld worden op de manier waarop hij "kleurt". Daarmee bedoel ik:
  Geeft de gitaar echt een wezenlijk ander geluid als je de snaar op een andere plaats aanslaat.
  Een goede gitaar is hier heel levendig in. Er zijn prima fabrieksgitaren die mij erg verrast
  hebben maar die lijken wel te bepalen hoe ik ga klinken. Het moet eigenlijk andersom zijn
  natuurlijk.

- Het zijn echt allemaal verschillende dingen: Hoe klinkt de gitaar vanuit de positie van de speler,
  de toehoorder maar zelfs de vochtigheidsgraad kan in belangrijke mate bepalen hoe een gitaar
  op een bepaald moment klinkt. Steelstrings zijn het vaakst voorzien van een fichten bovenblad.
  en dat blijkt gevoelig te zijn voor weersomstandigheden.

- Een gitaar opnemen is weer een ander verhaal al speelt daarbij de kwaliteit en de plaatsing
  van de microfoons een grote rol. En natuurlijk de hele "keten" die daarna komt: Ruimte waarin  
  gespeeld wordt, opname apparatuur tot kabels toe. Een gitaar die prachtig klinkt lijkt het soms
  in een opname ineens kwijt te zijn. Een hobby van mij om dezelfde stukken op diverse gitaren 
  uit te proberen. Toegegeven, als je die dan ook allemaal hebt staan, is dat best een luxe.

3. De electrische gitaar:

- Ook een electrische gitaar kan wel degelijk een prettige of minder prettige resonantie hebben.
  Onversterkt moet ook een electrische gitaar al prettig klinken. Harmonisch en bijvoorbeeld
  zeker niet "dozig". Ooit een Gibson ES 335 in mijn handen gehad die absoluut niet klonk on-
  versterkt. Dat werd niet anders toen we het ding inplugden.

- Alles voor wat betreft de andere gitaren geldt hier in zekere zin ook. Mechanieken nog goed?
  Lopen de snaren vlotjes over de topkam? Geen gebroken of gerepareerde hals? SG type gitaren
  zijn hier berucht om maar ook Les Pauls. Heeft de hals de juiste neck relief?

- De electronica moet kloppen natuurlijk: Zitten de originele elementen erin? Geen goedkope
  rommel en dat geldt eigenlijk ook voor de electronica. Chinese en Koreaanse electrische gi-
  taren kunnen verrassend goed zijn maar vaak blijft de hardware daar bij achter: Slechte pots
  en element keuze schakelaars en vaak goedkope elementen met een keramische magneet er-
  onder geplakt. Nergens vervelende scheuren. Zwaai eens met de gitaar heen en weer (van voor 
  naar achter) en varieert de stemming dan niet teveel tijdens die beweging?

- Veel is te vervangen en op sites als Ali Express zijn kwalitatief veel betere pots, schakelaars
  en elementen te koop voor interessante prijs. Daar moet je een leuke gitaar niet voor laten staan.
  En met wat oefening kun je veel zelf. Een halspin van een electrische gitaar echter nooit aan-
  draaien als de snarenspanning erop staat.



Wie bouwde voor wie?


Dit is in feite een nogal lastig te beantwoorden vraag. Zowel in Spanje  als in Japan werd er
veel voor elkaar gebouwd. Was de vraag bij de een (te) groot dan werd een andere bouwer 
ingeschakeld om aan de vraag te kunnen voldoen. Daarnaast had je natuurlijk ook nog de
grote muziekwinkel ketens die er hun eigen label in plakten. Zeker als gitaren naar het buiten-
land geëxporteerd werden (Denk daarbij aan Engeland en de USA) dan wordt de oorsprong
van een gitaar helemaal lastig te achterhalen.

In de lange tijd dat ik al gitaren heb verzameld, ben ik diverse gevallen tegengekomen van
bovenstaande werkwijze. Er moeten er ongetwijfeld nog veel meer zijn dus aanvulling op de 
lijst hieronder mag in de toekomst nog verwacht worden. Tegenwoordig knap ik graag gitaren
op maar niet meer om ze allemaal in mijn verzameling te houden, gewoon om te ervaren wat 
de diverse bouwers en fabrieken in het verleden gedaan hebben.

SPANJE

- In Valencia zaten veel gitaar fabrieken waar veel werd geproduceerd, meestal voor het
  onderste marktsegment. Vaak allemaal wat sneller in elkaar gezet, soms zonder enige bebal-
  king buiten de broodnodige dwarsbalken op het bovenblad. Dat e.e.a. soms toch verrassend 
  goed klinkt, resulteerde dan toch wel in een bloeiende handel. Telesforo Julve is ook nu 
  nog zo'n merk dat veel verzamelaars alert maakt. De gitaren hebben een levendig geluid hoe-
  wel misschien niet groot in volume. Vicente Tatay Tomas was ook zo'n naam. Zij produ-
  ceerden de studiegitaarjes voor Jose Ramirez, te herkennen aan het donkerblauwe label. 
  Inmiddels zijn dat al verzamelobjecten geworden, terwijl ze in nagenoeg niets verschilden
  van de gitaren onder hun eigen label uitgebracht. De Valenciaanse school kent allerlei dwars-
  verbanden en veel bouwers werkten aanvankelijk voor de "concurrentie" alvorens zelf een
  bedrijf op te zetten. Telesforo Julve produceerde onderdelen maar ook hele gitaren voor o.a.
  Juan Estruch (Barcelona). In Madrid was het niet veel anders en Jose Ramirez III had in zijn
  hoogtijdagen meer dan 10 medewerkers die gitaren naar zijn concept bouwden, weliswaar
  in zijn werkplaats.

- Granada, ook zo'n centrum van gitaarbouw waar Antonio de Torres ook geweest is in zijn 
  arbeidzaam leven om het vak te leren, kende ook die uitwisseling van het bouwen voor 
  elkaar. Het enige houvast bij het bepalen daarvan zijn toch wel de bouwkenmerken want
  al bouwden ze voor elkaar, ze mochten hun eigen ideeën ook dan in de bouw van een gitaar 
  verwerken. Ze werden door een externe bron wel geselecteerd op hun kunde op dat gebied.

- Madrid, en dan vooral het oude centrum, herbergde vroeger ook diverse bouwers die het vak
  in overlevering aan elkaar doorgaven. Toch ontstonden er ook diverse scholen voor wat be-
  treft de bouw van een gitaar, bijvoorbeeld licht bouwen of juist niet maar meer "sturend'
  door een bepaalde bebalking aan te brengen. In de jaren 50 en 60 van de vorige eeuw was de
  Casa Garrido een gerenommeerde zaak waar diverse bouwers (en niet alleen uit Madrid)
  hun producten aan leverden. UME, de afkorting voor Union Musicales Espagnol, had zelfs
  vestigingen in diverse steden.

- Barcelona heeft ook meerdere beroemde bouwers voortgebracht en het op een na oudste 
  merk op gebied van gitaarbouw, de Juan Estruch company, bestaat nu nog steeds al zijn er 
  geen directe nazaten meer in actief. Een Juan Estruch met een UME label is op mijn Blog 
  te bewonderen: www.oldromanticguitars.blogspot.com

- Zo kan er nog van alles verteld worden over andere steden in Spanje, waarbij ik het prachtige 
  Antonio de Torres museum in Almeria een aanrader vind. Ik zal alleen mijn ervaringen hier
  gaan opsommen.

- Een Antonio Duran Ferrer gelabelde gitaar uit Granada die door Rafael Moreno Rodriguez
  gebouwd is. Ik heb hem de gitaar laten zien en hij wees me meteen op typische kenmerken.

- Een Juan Roman Padilla gelabelde gitaar uit 1970 die zeer waarschijnlijk door Antonio Marin 
  Montero gebouwd is. Allerlei kleine kenmerken van de bouw van deze laatste zijn te herkennen
  in de klankkast van deze gitaar. Plazuelo, de compagnon van Antonio Marin Montero, beweerde
  bij het zien van deze gitaar: "Als er een label van Juan Roman Padilla in zit, dan heeft hij hem 
  ook gemaakt."  Erg kort door de bocht terwijl de oude Antonio Marin Montero het duidelijk niet 
  meer wist. Jammer als je dan de Spaanse taal niet beheerst. Ik had hen op diverse kenmerken
  kunnen wijzen.

- Een UME gelabelde gitaar die door Juan Estruch gebouwd is, overigens ook bevestigd door
  de mensen van dat bedrijf. De meerkleurige randinleg getuigt hiervan.

- Een "Casa Garrido" gelabelde gitaar die zeer waarschijnlijk door Vicente Camacho gebouwd
  is. Er staat niets in geschreven wat daarop duidt maar allerlei bouwkenmerken wijzen in die
  richting.

- Een Vicente Parres / Pon (?) studiegitaartje uit plm. 1910. Het was eigenlijk een groot vraag-
  teken omdat ook Andres Marin ze op vergelijkbare wijze bouwde. Uiteindelijk de manier van
  exacte rozetbouw gevonden, in dit geval concentrische cirkels op verschillende afstand van
  elkaar, op een Salvador Ibanez gitaartje ergens op internet met label ditmaal. Deze gitaar is
  ondanks zijn simpelheid van opbouw een fantastisch klinkend instrument hoewel het niet top
  intoneert, te wijten aan de slordig geplaatste frets.

ENGELAND

- Bekend in Londen maar ook daarbuiten was het zogenaamde "Spanish Guitar Centre" dat
  ook weer geheel eigen labels in de uit Spanje afkomstige gitaren plakte.

- Een "Granados" gelabelde gitaar, gelukkig voorzien van de toevoeging ELEC en in de kleine
  lettertjes "Esteve" wat dan wel duidelijk maakt dat hij uit de Esteve ateliers komt. Dat bleek het
  elektrische klassieke topmodel met cutaway te zijn van deze Spaanse bouwer.

- Nauwe banden tussen Francisco Esteve en Manuel Adalid (senior en junior) zijn bekend maar
  dan roept een gitaar met een label  waarop alleen "Francisco" staat wel vraagtekens op. Een
  volwaardige concertgitaar, geïmporteerd door een Engelse firma. Bij navraag bleek dat zowel 
  Manuel Adalid senior en junior aan die gitaar nog gewerkt hadden. Bijzonder omdat van de 
  Esteve company te mogen vernemen. Een Manuel Adalid model wordt nog steeds gevoerd
  en dat moet dan toch nog zo'n 6.000 Euro kosten.

U.S.A.

- Natuurlijk de Oscar Teller 8P gitaar die ik in 2022 scoorde, weliswaar in te restaureren toestand
  en laat nu Mason Williams zijn nummer 1 hit uit 1968, Classical Gas, op dezelfde gitaar gespeeld
  hebben, echter nu weer met de naam "CORDOVA" op het label. De importeur moet gedacht heb-
  ben dat een Spaans klinkende naam in een gitaar wellicht beter zou verkopen.




Losse Flodders

Ik kom niet altijd direct op al mijn ervaringen uit de praktijk, daarom
deze aanvulling.

- Een losse bracing (verstevigingsrib op boven of onderblad) kan naast
  het veroorzaken van een rammel bij bepaalde frequenties ook de klank
  nadelig beinvloeden. Een oude W32 van Levin is een leuke gitaar die
  al tijden in mijn collectie zit maar het laag had naar mijn smaak niet
  voldoende diepte: Bleek te liggen aan een loszittend balkje. Toen dat
  goed vast was gelijmd was die diepte er ineens wel.

- Bij een Contreras klassieke gitaar was het me meteen duidelijk dat er
  een niet gerepareerde scheur achter de kam zat. Nu moet het bovenblad
  als een soort van membraan reageren dus in zijn geheel op en neer be-
  wegen. Dat maakte die scheur niet mogelijk. Na het repareren bleek de
  gitaar ineens veel krachtiger in al zijn frequenties te zijn geworden en
  gaf bovendien meer volume.

- Een andere concertgitaar die qua klank die naam eigenlijk niet mocht
  dragen was door een flamencospeler voorzien van een dikke slagplaat.
  Dat is ideaal om een toon uit een klassieke gitaar vakkundig om zeep
  te helpen. Omwille van de matige klank verkocht de eigenaar zijn gitaar.
  En als je het een weghaalt, komt het ander terug. Na de verwijdering van
  die dikke slagplaat was de gitaar ineens onherkenbaar veranderd qua
  geluid. De "handrem" was eraf!

- Bij een Gibson SG waren de snaren aan een zogenaamde Vibrola unit
  vastgemaakt. Door de hoek die de hals maakte met de body, liepen de
  snaren nauwelijks onder een hoek over de kam. Even nieuwe gaatjes in
  de Vibrola unit gemaakt en ineens: Veel meer kern en veel meer sustain.
  En dat puur en alleen omdat de snaren nu wel een goede hoek over de
  kam maakten.

- Op een veiling in Zuid Frankrijk (Vichy) werd ooit een Jose Ramirez
  clase 1A concertgitaar aangeboden. Wat een prachtig geluid had die!
  Maar wat een onmogelijk actie doordat de hoek hals / klankkast in de
  loop der jaren veranderd was. Nu is een neck reset bij een Spaanse
  gitaar een erg ingewikkeld karwei maar in elk geval een dure reparatie.
  De gitaar werd daarom voor 1000 Euro verkocht. Ik had al een idee om
  dit "varkentje te wassen". De frets, die toch al versleten waren, eruit
  gehaald en de toets naar de kop toe weggeschuurd (Op een schuurband
  machine) Daarna "fine tunen" en opnieuw befretten. De hals voelde
  daarna veel minder fors aan en maakte het spelen ineens een stuk ge-
  makkelijker maar de grote plus was natuurlijk een aangename speelactie
  en het fantastische geluid - dat bleef! Door het weghalen van toets-
  materiaal naar de kop toe, verander je namelijk de hoek die de hals
  maakt t.o.v. de klankkast.

- Als je een gitaartje voor een paar centen kunt kopen, mag je ermee
  eperimenteren, vind ik. In navolging van de illustere gitaarbouwers
  uit het verleden: Antonio de Torres en Vicente Arias de randen van het
  bovenblad een stukje dunner gemaakt:. Dat geeft een groot verschil:
  De gitaar is minder stug en reageert veel directer terwijl het geluid
  opener is en veel meer diepte heeft. Dit proces heb ik losgelaten op
  een Alpha klassieke gitaar model A250. Gitaren met eerlijke en mas-
  sieve materialen gebouwd maar natuurlijk wel fabrieksmatig.

- Veel goedkopere Spaanse studiegitaartjes hebben hier op de pijnbank
  gelegen en vaak kwam ik dan een te zwaar uitgevoerde kam tegen met
  een vaak ook nog eens te ondiepe gleuf voor het kambeentje. Door de
  kam naar betere proporties terug te brengen en dus een stuk lichter te
  maken win je ook aanzienlijk in klank. Dit is bijvoorbeeld ook gedaan
  met de Vicente Tatay Tomas. Ik heb er nu twee met een zeer aangename
  klank waarvan ik er een met gerepareerde scheuren in het bovenblad
  houd. Potentiele kopers schrikken daar namelijk meestal van terwijl een
  goed gerepareerde scheur niets hoeft te betekenen voor het uiteindelijke
  geluid en de sterkte van het bovenblad.

- Toch even een lans breken voor de zogenaamde "Soundport", een gat
  in de zijkant van een gitaar naar het gezicht (en het oor) van de speler
  toe gericht. Ik mocht dat doen bij een gitaartje dat nu juist op die plek
  een lelijke beschadiging had opgelopen. De speler heeft er absoluut 
  profijt van. Je hoort je gitaargeluid veel directer. Of het veel verschil 
  maakt voor de toehoorder is een ander verhaal al ervaarden wij in dit
  geval wel een soort van "losser" geluid.

Vibrato op een gitaar

Vibrato op de klassieke gitaar:


In tegenstelling tot het electrisch gitaar waarop vibrato onder een hoek van 90 graden doorgaans wordt uitgevoerd, is dat niet het geval bij de klassieke gitaar.

Het vibrato op een klassieke gitaar wordt parallel aan de halslengte uitgevoerd. Voor het bespelen van de strijkinstrumenten is het bijna onontbeerlijk dat je een goede vibrato kunt maken op je instrument. Het is dan ook niet toevallig dat er veel aandacht gewijd wordt aan dit fenomeen bij strijkers met als gevolg dat toch minimaal 90 % van de strijkers een prima vibrato heeft.

Ik loop er te vaak tegenaan dat in percentage bij gitaristen het omgekeerde zich voordoet: Hooguit 10 % van de gitaristen kun je erop betrappen dat ze een mooi vibrato hebben. Nu is dat natuurlijk wel mijn persoonlijke mening maar ik wil en kan hem ook onderbouwen.

Een mooi vibrato komt voort uit een ontspannen en los heen en weer wiegende hand. Het is vrij gemakkelijk te constateren hoe een gitarist zijn vibrato mogelijk maakt: Vaak uit een wat stramme onwillekeurige spiercontractie waarbij de hand en zelfs de onderarm meestal onder een bepaalde spierspanning staan. De snelheid waarmee je een vibrato toepast, beperk je meestal ook hiermee. Er lijkt maar een snelheid te zijn waarmee het vibrato uitgevoerd wordt.

Helaas wordt er weinig aandacht besteed aan dit fenomeen bij gitaristen, zelfs tijdens beroepsopleidingen. Het is dan ook niet een eerste “must” lijkt wel. Toch mag een mooi vibrato bij met name lyrische melodielijnen niet ontbreken in mijn optiek.

Een eerste vereiste is het loslaten van die “onwillekeurige spiercontractie” (involuntary muscle contraction) Een mooi vibrato onstaat alleen vanuit een bijna volledige ontspannen arm en hand.


  • Om het eerste gevoel bij de latere vibrato te kunnen ondergaan zou je de beweging van de hand en arm kunnen vergelijken met het schudden met een spuitbus vlak voordat de verf in de bus voldoende door ekaar gemengd is.

  • Neem nu de gitaar in de hand en in de positie waarin je hem altijd bespeelt. Breng de linkerhand nu in speelpositie en probeer parallel aan de hals zonder deze direct aan te raken maar wel dichtbij dezelfde beweging te maken. Let daarbij steeds op die ontspannen onderarm en hand. De beweging dus parallel aan de hals en die mag best groter zijn dan 1 vakje. Simpelweg wat prettig is voor je.

  • Als dit in een ontspannen beweging, eerst langzaam, daarna sneller, lukt, dan mag je een vinger op een snaar zetten. Kies daar bij de vinger uit waarmee je denkt het meest optimaal een vibrato te kunnen verwezenlijken. Nog niet indrukken – alleen contact met de snaar houden terwijl je weer dezelfde ontpannen beweging parallel aan de hals maakt. De vinger die op de snaar rust gewoon mee laten bewegen over meerdere vakjes. Hou de mate van ontspannen zijn steeds in de gaten.

  • De vinger die je inmiddels al gebruikte en waarmee je waarschijnlijk het gemakkelijkst een goed vibrato wist te bewerkstelligen, gebruik je voorlopig in het verdere proces. De vinger op de snaar nu steeds meer druk meegeven terwijl de ontspanning in hand en onderarm blijft. Probeer nu de beweging parallel aan de hals te beperken tot een vakje. Tenslotte de juiste druk zetten zodat de vinger goed op de snaar staat.

  • Je kunt als je een ontspannen vibrato kunt maken met je favoriete vinger (en favoriete snaar) twee kanten uit. Het hele proces herhalen met elke andere vinger en/of even doorgaan met de favoriete vinger, echter nu het tempo proberen te varieren. Zodanig dat je zowel een snel als een langzaam vibrato kunt maken. Op de ontspanning blijven letten blijft een noodzaak. Ik hoop binnenkort een video te kunnen gaan plaatsen over dit onderwerp. Er zijn teveel gitaristen met een meesterlijke techniek, een prachtig interpretatiegevoel en dat alles wordt af en toe de nek omgedraaid met een lelijk en gespannen vibrato. Jammer toch? En voor violisten is het eigenlijk een stuk lastiger omdat het instrument niet zo stabiel “in de hand” ligt. Laten we er toch een voorbeeld aan nemen!
  • Last but not least. Ik doe een hele verhandeling over het maken van een vibrato op een klassieke gitaar uit de doeken in een filmpje op YouTube. Het bekijken en horen van resultaat is altijd te verkiezen boven het verhaal hierboven neergetikt. Even zoeken met mijn naam: Noud Koevoets Vibrato- The final Truth








Geen opmerkingen:

Een reactie posten