Zoeken in deze blog

woensdag 25 januari 2017

Het ABC van een gitaar beoordelen op klank / Wie bouwde voor wie?

Bij deze opsomming die eigenlijk meteen het gevaar loopt niet compleet te zijn,
hoort ook weer het opsplitsen van de diverse types gitaren. Maar het "leren 
waarderen" van een bepaalde gitaarklank is een proces op zich. Dat draagt diverse
factoren met zich mee: Het type muziek dat gespeeld wordt, het doel en de omstan-
digheid waarin de gitaar gebruikt zal gaan worden en de de apparatuur eromheen
voor het geval e.e.a. versterkt zal gaan worden.


1.  De klassieke of "Spaanse"  gitaar: 

Nylonsnarig dus en meteen een instrument waarop je echt moet leren toon te maken. 
Een handig hulpmiddel hierbij is een dik benen of ivoren plectrum voor de dunste 
drie snaren. Die zijn wat dat betreft het meest kritisch. Verdiep jezelf eerst eens in de
klank zoals die door professionele spelers gemaakt wordt. Welke spreekt jou het meest
aan. De meeste gitaristen die voor het eerst een klassieke gitaar aanschaffen hebben 
hier geen idee van terwijl dat bij "electrische" gitaristen juist wel het geval is.

De klank van een concertwaardig instrument voldoet meestal aan een aantal voor-
waarden:

- Vooraleer je de klank gaat beoordelen bedenk dan wel een paar andere zaken: Is de gitaar
  optimaal afgesteld? Losse frets? Losse balkjes? Octaafzuiver? Wat voor snaren? En heel 
  belangrijk: Stem de gitaar eerst even heel goed! 

- Het instrument moet voldoende volume bezitten. Voor een oefeninstrument overigens 
  minder belangrijk. En neem een instrument mee dat je al kent als dat mogelijk is.

- De bassen moeten mooi diep resoneren maar toch ook een bepaalde helderheid in zich
  hebben. De hoge snaren moeten een mooi kernachtig geluid hebben. Stevig, met "vlees"
  en dus zeker niet te "dun"  klinken. De balans met de lagere snaren moet er zijn en meestal
  wordt het geluid van de diskant (de bovenste snaren) redelijk overheerst door de bassen.

- Over het hele tonale bereik van de gitaar moet de klankkleur een beetje gelijkmatig zijn.
  Geen vervelende "uitschieters"  qua volume of een ander klankkarakter in bepaalde posities.
  Je hebt altijd wel te maken met de "eigen frequentie"  van de klankkast. Elk voorwerp heeft
  zo'n eigen frequentie. Goede bouwers proberen deze zo laag mogelijk te leggen. Belangrijk
  is wel dat hij niet teveel op de "populaire"  noten valt en niet te zeer aanwezig is.
  Bijvoorbeeld Ab 2 (4e vakje snaar 6: 104 Hz) maar er zijn al bouwers die streven naar 
  Gb 2 (2e vakje snaar 6: 92,5 Hz)

- Zelf neem je de meest beroerde plaats in voor het beoordelen van de klank, namelijk achter
  het instrument. Ga, om het geluid zelf goed te kunnen beoordelen gericht naar een hoek van
  de kamer zitten. Harde muren reflecteren het geluid zodat je veel meer een idee krijgt van
  de klank van je instrument. Laat anders ook even een ander spelen. En denk erom: Het gaat
  er niet om de verkoper te laten horen hoe goed je wel niet bent. Dus toonladders, accoorden,
  spel alleen op de hoge snaren en alleen de lage etc.

- Als je in een stijl speelt en met een geluid tevreden bent, prima. Maar vergeet niet dat sommige
  gitaren zich prima lenen voor een bepaalde stijl maar het een beetje af laten weten zodra je er
  iets anders op speelt. Een beetje een allround gitaar daarin is natuurlijk een keuze.

- Hoe klinkt een instrument van een afstand, dus bijvoorbeeld 4 a 5 meter verder weg staand.
  Dat heeft alles met zogenaamde projectie te maken. Dit kan verrassende uitkomsten bieden
  is mijn ervaring. 

- Ook moet een gitaar beoordeeld worden op de manier waarop hij "kleurt". Daarmee bedoel ik:
  Geeft de gitaar echt een wezenlijk ander geluid als je de snaar op een andere plaats aanslaat.
  Een goede gitaar is hier heel levendig in. Er zijn prima fabrieksgitaren die mij erg verrast
  hebben maar die lijken wel te bepalen hoe ik ga klinken. Het moet eigenlijk andersom zijn
  natuurlijk.

- Het zijn echt allemaal verschillende dingen: Hoe klinkt de gitaar vanuit de positie van de speler,
  de toehoorder maar zelfs de vochtigheidsgraad kan in belangrijke mate bepaelen hoe een gitaar
  op een bepaald moment klinkt. Instrumenten met een ceder bovenblad lijken er wat minder
  gevoelig voor te zijn dan die met een fichten bovenblad.

- Een gitaar opnemen is weer een ander verhaal al speelt daarbij de kwaliteit en de plaatsing
  van de microfoons een grote rol. En natuurlijk de hele "keten" die daarna komt: Ruimte waarin  
  gespeeld wordt, opname apparatuur tot kabels toe. Een gitaar die prachtig klinkt lijkt het soms
  in een opname ineens kwijt te zijn. Een hobby van mij om dezelfde stukken op diverse gitaren 
  uit te proberen. Toegegeven, als je die dan ook allemaal hebt staan, is dat best een luxe.

- Direct na het opzetten van nieuwe snaren zal een gitaar nooit zijn optimale klank weergeven.
  Advies is in elk geval om snaar voor snaar te vervangen om de spanning op het bovenblad te
  houden. Een gitaar die lang niet is bespeeld moet ook weer 'los' gemaat worden. Het boven-
  blad komt los door trillingen. Dat kan ook eventueel met stevige muziek (bassen) draaien bij
  het instrument in een kleine ruimte. De gitaar gaat "meedoen' en komt daardoor ook "los".

2. De Steelstring gitaar:

Stalen snaren dus en ook een instrument waarop je toon moet weten te maken. 
Velen zullen met een plectrum spelen en bedenk daarbij dan wel dat een dik plectrum een ander
geluid geeft dan een dun plectrum. Grove regel kan zijn: Een dik plectrum voor single string
werk (solo's) en een medium plectrum voor "strumming" (accoordspel).
Verdiep jezelf eerst eens in de klank zoals die door professionele spelers gemaakt wordt. 
Welke spreekt jou het meeste aan. En spelen ze met een plectrum, vingers of zelfs speciale fingerpicks (van metaal of plastic?) De speelstijl bepaald hier meestal wel duidelijk het formaat 
gitaar waarvoor je zou kunnen kiezen. Fingerpicking wordt vaak op een wat kleinere gitaar 
gedaan omdat de noten bij zo'n instrument wat meer "gesepareerd"  klinken.

- Vooraleer je de klank gaat beoordelen bedenk dan wel een paar andere zaken: Is de gitaar
  optimaal afgesteld? Losse frets? Losse balkjes? Octaafzuiver? Wat voor snaren? Oude en/of
  nieuwe snaren maken natuurlijk een enorm verschil terwijl te dunne snaren een futloos geluid
  geven. Ook een ding om goed te controleren. Is de halspen juist afgesteld? Een losse halspen kan 
  een ratel geven bij bepaalde frequenties maar een aangespannen halspen kan nu juist een bepaald 
  soort "springyness" en levendig geluid bevorderen al moet je daar natuurlijk niet je geluid uit 
  halen. En heel belangrijk: Stem de gitaar eerst even heel goed! 

- Het instrument moet voldoende volume bezitten. Voor een oefeninstrument overigens 
  minder belangrijk. En neem een instrument mee dat je al kent als dat mogelijk is.

- Ook voor een steelstring geldt dat de hogere noten mooi stevig moeten klinken en niet
  worden "weggevaagd" door een te prominente basweergave. Berucht is het "Boom"effect
  van sommige dreadnoughts. Ook hier is een mooie balans het toverwoord.

 - Over het hele tonale bereik van de gitaar moet de klankkleur een beetje gelijkmatig zijn.
   Geen vervelende "uitschieters"  qua volume of een ander klankkarakter in bepaalde posities.
   Je hebt altijd wel te maken met de "eigen frequentie"  van de klankkast. Elk voorwerp heeft
   zo'n eigen frequentie. Goede bouwers proberen deze zo laag mogelijk te leggen. Belangrijk
   is wel dat hij niet teveel op de "populaire"  noten valt en niet te zeer aanwezig is.
   Bijvoorbeeld Ab 2 (4e vakje snaar 6: 104 Hz) maar er zijn al bouwers die streven naar 
   Gb 2 (2e vakje snaar 6: 92,5 Hz)

- Zelf neem je de meest beroerde plaats in voor het beoordelen van de klank, namelijk achter
  het instrument. Ga, om het geluid zelf goed te kunnen beoordelen, gericht naar een hoek van
  de kamer zitten. Harde muren reflecteren het geluid zodat je veel meer een idee krijgt van
  de klank van je instrument. Laat anders ook even een ander spelen. En denk erom: Het gaat
  er niet om de verkoper te laten horen hoe goed je wel niet bent. Dus toonladders, accoorden,
  spel alleen op de hoge snaren en alleen de lage etc.

- Als je in een stijl speelt en met een geluid tevreden bent, prima. Maar vergeet niet dat sommige
  gitaren zich prima lenen voor een bepaalde stijl maar het een beetje af laten weten zodra je er
  iets anders op speelt. Een beetje een allround gitaar daarin is natuurlijk een keuze. Bedenk goed
  waarvoor je het instrument wilt hebben. En probeer intussen de stijltjes uit die jij erop gaat spelen.

- Hoe klinkt een instrument van een afstand, dus bijvoorbeeld 4 a 5 meter verder weg staand.
  Dat heeft alles met zogenaamde projectie te maken. Dit kan verrassende uitkomsten bieden
  is mijn ervaring. 

- Ook moet een gitaar beoordeeld worden op de manier waarop hij "kleurt". Daarmee bedoel ik:
  Geeft de gitaar echt een wezenlijk ander geluid als je de snaar op een andere plaats aanslaat.
  Een goede gitaar is hier heel levendig in. Er zijn prima fabrieksgitaren die mij erg verrast
  hebben maar die lijken wel te bepalen hoe ik ga klinken. Het moet eigenlijk andersom zijn
  natuurlijk.

- Het zijn echt allemaal verschillende dingen: Hoe klinkt de gitaar vanuit de positie van de speler,
  de toehoorder maar zelfs de vochtigheidsgraad kan in belangrijke mate bepalen hoe een gitaar
  op een bepaald moment klinkt. Steelstrings zijn het vaakst voorzien van een fichten bovenblad.
  en dat blijkt gevoelig te zijn voor weersomstandigheden.

- Een gitaar opnemen is weer een ander verhaal al speelt daarbij de kwaliteit en de plaatsing
  van de microfoons een grote rol. En natuurlijk de hele "keten" die daarna komt: Ruimte waarin  
  gespeeld wordt, opname apparatuur tot kabels toe. Een gitaar die prachtig klinkt lijkt het soms
  in een opname ineens kwijt te zijn. Een hobby van mij om dezelfde stukken op diverse gitaren 
  uit te proberen. Toegegeven, als je die dan ook allemaal hebt staan, is dat best een luxe.

3. De electrische gitaar:

- Ook een electrische gitaar kan wel degelijk een prettige of minder prettige resonantie hebben.
  Onversterkt moet ook een electrische gitaar al prettig klinken. Harmonisch en bijvoorbeeld
  zeker niet "dozig". Ooit een Gibson ES 335 in mijn handen gehad die absoluut niet klonk on-
  versterkt. Dat werd niet anders toen we het ding inplugden.

- Alles voor wat betreft de andere gitaren geldt hier in zekere zin ook. Mechanieken nog goed?
  Lopen de snaren vlotjes over de topkam? Geen gebroken of gerepareerde hals? SG type gitaren
  zijn hier berucht om maar ook Les Pauls. Heeft de hals de juiste neck relief?

- De electronica moet kloppen natuurlijk: Zitten de originele elementen erin? Geen goedkope
  rommel en dat geldt eigenlijk ook voor de electronica. Chinese en Koreaanse electrische gi-
  taren kunnen verrassend goed zijn maar vaak blijft de hardware daar bij achter: Slechte pots
  en element keuze schakelaars en vaak goedkope elementen met een keramische magneet er-
  onder geplakt. Nergens vervelende scheuren. Zwaai eens met de gitaar heen en weer (van voor 
  naar achter) en varieert de stemming dan niet teveel tijdens die beweging?

- Veel is te vervangen en op sites als Ali Express zijn kwalitatief veel betere pots, schakelaars
  en elementen te koop voor interessante prijs. Daar moet je een leuke gitaar niet voor laten staan.
  En met wat oefening kun je veel zelf. Een halspin van een electrische gitaar echter nooit aan-
  draaien als de snarenspanning erop staat.



Wie bouwde voor wie?


Dit is in feite een nogal lastig te beantwoorden vraag. Zowel in Spanje  als in Japan werd er
veel voor elkaar gebouwd. Was de vraag bij de een (te) groot dan werd een andere bouwer 
ingeschakeld om aan de vraag te kunnen voldoen. Daarnaast had je natuurlijk ook nog de
grote muziekwinkel ketens die er hun eigen label in plakten. Zeker als gitaren naar het buiten-
land geëxporteerd werden (Denk daarbij aan Engeland en de USA) dan wordt de oorsprong
van een gitaar helemaal lastig te achterhalen.

In de lange tijd dat ik al gitaren heb verzameld, ben ik diverse gevallen tegengekomen van
bovenstaande werkwijze. Er moeten er ongetwijfeld nog veel meer zijn dus aanvulling op de 
lijst hieronder mag in de toekomst nog verwacht worden. Tegenwoordig knap ik graag gitaren
op maar niet meer om ze allemaal in mijn verzameling te houden, gewoon om te ervaren wat 
de diverse bouwers en fabrieken in het verleden gedaan hebben.

SPANJE

- In Valencia zaten veel gitaar fabrieken waar veel werd geproduceerd, meestal voor het
  onderste marktsegment. Vaak allemaal wat sneller in elkaar gezet, soms zonder enige bebal-
  king buiten de broodnodige dwarsbalken op het bovenblad. Dat e.e.a. soms toch verrassend 
  goed klinkt, resulteerde dan toch wel in een bloeiende handel. Telesforo Julve is ook nu 
  nog zo'n merk dat veel verzamelaars alert maakt. De gitaren hebben een levendig geluid hoe-
  wel misschien niet groot in volume. Vicente Tatay Tomas was ook zo'n naam. Zij produ-
  ceerden de studiegitaarjes voor Jose Ramirez, te herkennen aan het donkerblauwe label. 
  Inmiddels zijn dat al verzamelobjecten geworden, terwijl ze in nagenoeg niets verschilden
  van de gitaren onder hun eigen label uitgebracht. De Valenciaanse school kent allerlei dwars-
  verbanden en veel bouwers werkten aanvankelijk voor de "concurrentie" alvorens zelf een
  bedrijf op te zetten. Telesforo Julve produceerde onderdelen maar ook hele gitaren voor o.a.
  Juan Estruch (Barcelona). In Madrid was het niet veel anders en Jose Ramirez III had in zijn
  hoogtijdagen meer dan 10 medewerkers die gitaren naar zijn concept bouwden, weliswaar
  in zijn werkplaats.

- Granada, ook zo'n centrum van gitaarbouw waar Antonio de Torres ook geweest is in zijn 
  arbeidzaam leven om het vak te leren, kende ook die uitwisseling van het bouwen voor 
  elkaar. Het enige houvast bij het bepalen daarvan zijn toch wel de bouwkenmerken want
  al bouwden ze voor elkaar, ze mochten hun eigen ideeën ook dan in de bouw van een gitaar 
  verwerken. Ze werden door een externe bron wel geselecteerd op hun kunde op dat gebied.

- Madrid, en dan vooral het oude centrum, herbergde vroeger ook diverse bouwers die het vak
  in overlevering aan elkaar doorgaven. Toch ontstonden er ook diverse scholen voor wat be-
  treft de bouw van een gitaar, bijvoorbeeld licht bouwen of juist niet maar meer "sturend'
  door een bepaalde bebalking aan te brengen. In de jaren 50 en 60 van de vorige eeuw was de
  Casa Garrido een gerenommeerde zaak waar diverse bouwers (en niet alleen uit Madrid)
  hun producten aan leverden. UME, de afkorting voor Union Musicales Espagnol, had zelfs
  vestigingen in diverse steden.

- Barcelona heeft ook meerdere beroemde bouwers voortgebracht en het op een na oudste 
  merk op gebied van gitaarbouw, de Juan Estruch company, bestaat nu nog steeds al zijn er 
  geen directe nazaten meer in actief. Een Juan Estruch met een UME label is op mijn Blog 
  te bewonderen: www.oldromanticguitars.blogspot.com

- Zo kan er nog van alles verteld worden over andere steden in Spanje, waarbij ik het prachtige 
  Antonio de Torres museum in Almeria een aanrader vind. Ik zal alleen mijn ervaringen hier
  gaan opsommen.

- Een Antonio Duran Ferrer gelabelde gitaar uit Granada die door Rafael Moreno Rodriguez
  gebouwd is. Ik heb hem de gitaar laten zien en hij wees me meteen op typische kenmerken.

- Een Juan Roman Padilla gelabelde gitaar uit 1970 die zeer waarschijnlijk door Antonio Marin 
  Montero gebouwd is. Allerlei kleine kenmerken van de bouw van deze laatste zijn te herkennen
  in de klankkast van deze gitaar. Plazuelo, de compagnon van Antonio Marin Montero, beweerde
  bij het zien van deze gitaar: "Als er een label van Juan Roman Padilla in zit, dan heeft hij hem 
  ook gemaakt."  Erg kort door de bocht terwijl de oude Antonio Marin Montero het duidelijk niet 
  meer wist. Jammer als je dan de Spaanse taal niet beheerst. il had hen op diverse kenmerken
  kunnen wijzen.

- Een UME gelabelde gitaar die door Juan Estruch gebouwd is, overigens ook bevestigd door
  de mensen van dat bedrijf.

- Een "Casa Garrido" gelabelde gitaar die zeer waarschijnlijk door Vicente Camacho gebouwd
  is. Er staat niets in geschreven wat daarop duidt maar allerlei bouwkenmerken wijzen in die
  richting.

- Een Vicente Parres / Pon (?) studiegitaartje uit plm. 1910. Het was eigenlijk een groot vraag-
  teken omdat ook Andres Marin ze op vergelijkbare wijze bouwde. Uiteindelijk de manier van
  exacte rozetbouw gevonden, in dit geval concentrische cirkels op verschillende afstand van
  elkaar, op een Salvador Ibanez gitaartje ergens op internet met label ditmaal. Deze gitaar is
  ondanks zijn simpelheid van opbouw een fantastisch klinkend instrument.

ENGELAND

- Bekend in Londen maar ook daarbuiten was het zogenaamde "Spanish Guitar Centre" dat
  ook weer geheel eigen labels in de uit Spanje afkomstige gitaren plakte.

- Een "Granados" gelabelde gitaar, gelukkig voorzien van de toevoeging ELEC en in de kleine
  lettertjes "Esteve" wat dan wel duidelijk maakt dat hij uit de Esteve ateliers komt. Dat bleek het
  elektrische klassieke topmodel met cutaway te zijn van deze Spaanse bouwer.

- Nauwe banden tussen Francisco Esteve en Manuel Adalid (senior en junior) zijn bekend maar
  dan roept een gitaar met een label  waarop alleen "Francisco" staat wel vraagtekens op. Een
  volwaardige concertgitaar, geïmporteerd door een Engelse firma. Bij navraag bleek dat zowel 
  Manuel Adalid senior en junior aan die gitaar nog gewerkt hadden. Bijzonder omdat van de 
  Esteve company te mogen vernemen. Een Emanuel Adalid model wordt nog steeds gevoerd
  en dat moet dan toch nog zo'n 6.000 Euro kosten.

U.S.A.

- Natuurlijk de Oscar Teller 8P gitaar die ik in 2022 scoorde, weliswaar in te restaureren toestand
  en laat nu Mason Williams zijn nummer 1 hit uit 1968, Classical Gas,  op dezelfde gitaar gespeeld
  hebben, echter nu weer met de naam "CORDOVA" op het label. De importeur moet gedacht heb-
  ben dat een Spaans klinkende naam in een gitaar wellicht beter zou verkopen.




















Geen opmerkingen:

Een reactie posten