Zoeken in deze blog

zaterdag 28 augustus 2021

Hiroshi Tamura P50 Bouwjaar 1972

 


Een mooie Hiroshi Tamura gitaar uit 1972.
Het is een P50 model. De Japanners voerden dit soort
model aanduidingen n.a.v. de prijzen die ze destijds 
(jaren zeventig) vroegen voor hun producten. Dit was 
toen een dure gitaar want de koers van de Yen 
devalueerde nogal in de zeventiger jaren. Maar 
ik heb deze gitaar niet gekocht bij wijze van inves-
tering. Het geluid sprak me aan. De gebroeders 
Tamura werkten samen gedurende de 60-er, zeven-
tiger en tachtiger jaren. Niet meer in leven en ook 
geen opvolgers betekende helaas een beetje 
verdwijnen in een soort obscuriteit terwijl hun aanzien 
niet voor Kohno of Orozco hoefde onder te doen.
Destijds 50.000 Yen. Nu 700 Euro. VERKOCHT


Een fraai en fijngenerfd bovenblad dat echter wel zijn sporen 
heeft meegekregen van het intensieve bespelen maar ook een
beetje vanwege een ruwe behandeling. Massief ceder boven-
blad en een ebben toets met verrassenderwijs een plastic 
topkam. Die is natuurlijk vervangen door een benen kammetje
evenals het brugbeentje. De schaal is 655 mm en de gitaar 
is uitgevoerd met een waaiervormige bracing van 7 latjes 
inclusief twee sluitribben in de oude Antonio de
Torres traditie.


Het achterblad is gelamineerd uitgevoerd evenals de zijkanten.
Vaak wordt dit als inferieur aangemerkt maar bedenk daarbij wel
dat veel 19e eeuwse Franse gitaren ook zo werden uitgevoerd.
Een zachtere houtsoort aan de binnenkant tegen de hardere
buitenlaag. Maar vaak ook palissander op palissander wat bij
overzeese export veel stabieler blijkt te zijn. En zelfs tegen-
woordig zijn de Clase 1A concertgitaren van Jose Ramirez nog 
van gefineerde zijkanten voorzien. Het lijm en constructiewerk 
aan de binnenkant van de Tamura is onberispelijk!


Een palissander brug waarbij de hoogste snaren hier
nog met een simpele blouse knoop als snaarhouder 
zijn vastgezet. Inmiddels is deze brug voor wat betreft
de drie hoogste snaren van een string saver voorzien
om een betere hoek over het kambeentje te verwe-
zenlijken maar eigenlijk niet nodig.


Een smaakvolle kop maar wel met een afwijkende
afstand tussen de verschillende stemknoppen en hun
assen: 38 mm in plaats van de gebruikelijke 35 mm.
Niet te krijgen al maakte de Spaanse fabrikant Fustero
deze wel op aanvraag. Helaas bestaat dat atelier niet meer.
Goede mechanieken, doorgezaagd en van een messing
plaatje voorzien. zorgden voor een prima oplossing.
De firma Rubner maakt overigens op verzoek wel
mechanieken met een afwijkende "spacing".


Op de duurste Tamura modellen is een ebben
verstevigingsstrip te vinden in de hals. Hier dus
niet maar na bijna 50 jaar is de hals nog steeds
recht. Het geluid van deze gitaar is vergelijk-
baar met de Kohno modellen: Een mooie stevige
bas gecombineerd met een rijk en mooi rond
hoog. Dat alles in goede balans. Wellicht dat de 
gitaar wat aan een specifiek geluid mist maar dat 
is persoonlijk en soms ook alleen voorbehouden 
aan de topmodellen van de grote bouwers.


Op deze foto is de oplossing te zien die ik bedacht
heb om de 38 mm afstand tussen de stemknoppen
op te vangen: Een messing plaatje ertussen na de
standaard mechanieken van 35 mm te hebben 
doorgezaagd. En de vrijheid om een kwalitatief
goed en geschikt mechaniek uit te zoeken.

zaterdag 31 juli 2021

Jose Rodriguez Model 8ST Spaanse gitaar (Valencia) / Lucien Gelas gitaar


Ik koop graag gitaartjes waar het een en ander aan moet 
gebeuren. Dat is begonnen toen ik met mijn vrouw op een
warme dag in Jerez de la Frontera liep, terwijl iemand
een gliko opende om er een gitaar in te gooien. "Mag ik
hem hebben?" was mijn vraag "Esta rotta" was het antwoord.
Nou, dat viel mee, een gebroken kop welke nog prima
te lijmen was. Gerepareerd en gewoon weggegeven aan 
iemand die mij ook van dienst was geweest. Deze gitaar
leek ook zo'n lot beschoren te zijn. Wat schades die minder
eenvoudig door iemand zomaar hersteld kunnen worden.
Zoals hier een goede reparatie aan het massieve boven-
blad (Linksonder) SOLD.


 
Deze gitaar is helemaal nog niet zo oud maar is wel
een beetje mishandeld en heeft ook aan het achterblad 
nog wat reparaties ondergaan. De moeite? Ja, want
deze gitaren zijn de directe opvolgers van de illustere 
Antonio Lorca gelabelde gitaren uit de Guitarras
Mervi fabrieken in Valencia.


Jose Rodriguez model 8 ST is direct te vergelijken met
het model 8 van Antonio Lorca. Gewoon wat netter
gebouwde gitaren dan doorgaans in Valencia en zeker
qua klank de moeite waard.


Met trots wordt blijkbaar kond gedaan van het mas-
sieve bovenblad dat je op deze gitaren terugvindt.


Tsja, mocht je een labeltje tekort komen.... Dit label
is gefotografeerd van de gitaar hierboven en zichtbaar
is dus ook de "Antonio Lorca" afkomst alhoewel die
naam een "Fake"  is omdat Antonio Lorca een be-
roemde bouwer in de 19e eeuw uit Malaga was.


Misschien wat minder mooi, maar krijg het maar eens 
op kleur. Donkert in elk geval nog na aan het daglicht.
E.e.a. sluit echter prima aan en is volkomen stabiel.
Garantie geef ik daar gewoon op!


Een mooie rozet en eigenlijk een fijngenerfd bovenblad 
wat meestal voor de wat duurdere modellen gebruikt wordt.


Rechts onderin een klein inzetje om daar de rand weer 
stevig te maken. Daar is de gitaar wellicht een keer
op gevallen.


De achterkant van de kop is netjes. Geen breuken
of iets dergelijks.


Simpele nieuwe mechanieken maar alles werkt naar behoren.


Netjes gevlakte en gepolijste frets die klaar zijn
voor jaren speelplezier. Heel prettige speelactie
mede door de wat korte schaal waarmee deze
gitaren zijn uitgerust. Het geluid is de sterke kant
van deze modellen en ze onderscheiden zich dan
ook niet van hun illustere voorgangers: De 
Antonio Lorca series.


Lucien Gelas



Het leek me een leuk project om me daar nu eens op
te storten. Veel werk maar als gepensioneerde telt dat
allemaal wat minder mee. Dus "het mes erin".


Diverse (onvermijdelijke) scheuren in het bovenblad en
het is dan ook dan vraag of het tussenblad daarvan verschoond 
is gebleven. E.e.a. is goed te repareren want het achterblad
is te ver heen om te gaan restaureren. Massief esdoorn is
nog voldoende te krijgen en dat op kleur brengen lukt me 
ook wel. De kam heeft het, zoals erg vaak op deze modellen
in verband met de trekkracht van de snaren door deze 
constructie, ook begeven.


Een "inkijkje in deze bijzondere gitaarconstructie. Scheuren
waar je normaal gesproken niet bij kunt bij het toepassen van
zo'n dubbel bovenblad. Miguel Llobet maar ook Ida Presti
hebben ooit dit model bespeeld en in hun collectie gehad.


Vaak is het gebruik van stalen snaren schuldig aan dit soort
schades dus dat moet voor de toekomst met klem afgeraden
worden al is het wel mogelijk met de nieuwe kamconstructie
in combinatie met de snaarhouder die erop zit.


Dan maar alle knoppen eraf als we er toch al twee mis-
sen en een derde een afwijkende kleur en vorm heeft.


Een kleur kiezen die past bij het inmiddels weer op
kleur gebracht bovenblad. Overigens hebben goed 
geplaatste inzetten bij het repareren van een scheur 
nauwelijks invloed op het uiteindelijke geluid. Een
scheur is eigenlijk ook een teken van teveel spanning 
tussen de diverse onderdelen en dat kan wel eens
positief voor het geluid maar negatief voor de
toekomst van een gitaar uitpakken.


Niet alleen de klankkast moet voorzien worden van 
een nieuwe laklaag ook de hals wordt aangepakt als-
mede de toets en nieuw fretwerk. De stemknoppen 
zijn ook opnieuw met de hand vervaardigd .


Ander licht kan een nogal wisselend effect hebben 
op de uiteindelijke uitstraling van een instrument.


Een nieuwe brug met stringsavers die echter niet
meer op de juiste plaats bleek te zijn terecht gekomen.
Dat heeft alles te maken met het vervangen van het 
achterblad, waardoor de onderdelen zich anders 
gaan zetten. Daarom is de oplossing hieronder aan-
gebracht. Vergemakkelijkt ook nog eens het 
verwisselen van de snaren.



Nieuw fretwerk en een weer verfraaide toets


Zoals te zien is, is de kam schuin geplaatst
maar hij is op exact dezelfde plaats gelijmd
als voorheen. Vroeger werd de hele kam vaak
schuin geplaatst en later pas werd er alleen een 
schuine gleuf gemaakt voor het kambeentje 
en werd de kam weer recht op het bovenblad
gelijmd. Dit fenomeen is vaak te zien bij gitaren
uit de eerste helft van de vorige eeuw.


De nieuwe stemknoppen gemonteerd, al is 
er gebruik gemaakt van de oude mechanieken.
Het mechaniek voor de hoogste snaar werkt
andersom: Een oude restauratie die ik intact
heb gelaten want dat hoort een beetje bij de 
historie van dit instrument.


Nieuw kambeentje en opnieuw gelakte kop 
met opzet in zijn oorspronkelijke kleur gelaten


Links is een inmiddels gerepareerde en gestabiliseerde
scheur te zien. Ik kon er allemaal gemakkelijk bij toen
het achterblad verwijderd was.


De hak die ook weer stevig is vastgezet.


De hals is ook ontdaan van allerlei butsen 
en die speelt nu weer als een zonnetje.


Uniek blijft toch die vreemde constructie. Het heeft
toch echt ook wel zijn effect op het geluid: Met name
de sustain van deze instrumenten is opmerkelijk.


En natuurlijk een fotootje van de mechanieken
aan beide zijden met hieronder het apart aan-
gebrachte hoge E-snaar mechaniek.



Het originele achterbad was ook wel degelijk uit esdoorn 
vervaardigd, een harde houtsoort die zich niet zo gemak-
kelijk laat "plooien". Bovendien teveel deformaties bij 
de scheuren.


En dat allemaal terwijl we zo ongeveer hier 
"vandaan' kwamen. Een stukje gitaarbouw-
historie en zeker een "hebbedingetje" voor
de verzamelaar. Overigens niets ten nadele
van de huidige bespeelbaarheid en speel-
comfort.

zondag 4 juli 2021

Jose Cortes (Valencia) / Juan Cortes 4/4 gitaar (70-er jaren? - Serie de Lujo / Luxe Serie)

    
BEFORE         and      AFTER  

First there was a lot of confusion around this guitar:
Should the label read Juan Cortes or José Cortes?
Looking at the tuners it had to be an older guitar and
most likely in the neighnourhood of Valencia and
not Madrid as the so called Juan Cortes guitars are
saying to come from. The Juan Cortes guitars were
possibly produced by Jose Mas y Mas, a big guitar 
factory in Valencia. The name is in fact even a fake 
name, given by the dutch importer van der Wouw.
He imported student quality guitars from the sixties
onwards and even numbered them.


When you look closely at the back, you will notice
that the back seems to been made out of one piece of 
wood but simply double control from the inside learns 
otherwise. What is obvious here is the the more 
rounded heel model a lot of Valencia luthiers
built in the first half of the past century is there.


Here the label in this guitar has been photographed but
for some reason the lower right part has been sticked off
with a piece of paper. Luckily the Spanish guitar from the
same luthier / dealer used by Koos Speenhoff carries the
complete label: It says: "Manufactura de Guitarras / e 
Instrumentos Similares / J. Cortés / Continuacion 
de Jorje Juan, D.N. / Valencia / (Espana)"


The Koos Speenhoff guitar he used can be dated between
1920 - 1930. The son of Jose Cortes ended his business in
1932 so it could be quite reliable.


The Koos Speenhoff guitar is a little more deluxe than 
the guitar I'm restoring now. Ton Bogaard from the
guitarrasvalencia.wordpress site did a lot of investi-
gations around the luthiers and factories in and around
Valencia. He is always a very useful source around
these instruments. He examined the guitar of Koos
Speenhoff and declares that the instrument is not
playable nowadays. As a restorer I can immediately
conclude that due to the tension the section of the
soundboard left and right from the fingerboard dis-
torted as a result. This is often the case on older
guitars. The rosette is a bit more deluxe but I
can't conclude the soundboard to be quarter sawn
and most likely: Copper fretwork.


A bit surprising is the rather modern look of the back.
The outer heelcovering is part of the wood for the back.
The own frequency of the soundbox(where it resonates
the most) is B so 123,5 Hz.

    

BEFORE         and      AFTER  



The bridge seems to be placed in an angle. A method
to get a sort of compensation for the octave pitch as was
common in the first half of the past century. In earlier
times there was no built in compensation at all and
only later in time the bridgebone was placed under
an angle.


A close picture from the bridge that clearly shows us
that the edges were more square as opposed to the later 
more rounded edges on a bridge nowadays.


The "bulbed" headform can be seen here. But it is
not pointing towards a certain factory alas. Interesting
to see however that an even older Jose Cortes guitar
advertised on the Reverb site has the same headform
and the more rounded outer heel end but another
label has been used for that 1892 (?) dated guitar.


Probably and until now the oldest label of this
luthier / dealer from Valencia.


The rounded heel as was quite popular until 1940 on the 
Telesforo Julve guitars. We have to be wide oriented as the 
possibility is there that Julve is responsible for this
guitar. The heel made out of spruce is a method to speed
up production as it is a softer and more easy to adapt
kind of wood. On more expensive models this method
mostly isn't there.


The first move was to remove the bridge as it was badly 
glued to the top. Then the brittle lacquer has been removed 
which can be done while removing a minimum of the wood 
itself. Here the neck to body angle has also already been
 changed by shaving off the fingerboard towards the
head after having removed the original copper frets.


This guitar is only provided with a ladder bracing as were
a lot of student level guitars in those times. And also after-
wards a lot of simple guitars were only equipped with a
ladder bracing. To avoid warpage of the soundboard it
was often bowed a bit to resist string tension. In this case
they've opted for a clever solution: They "bowed" the bridge 
slightly and as it has been made out of hardwood it sets 
the top, once glued onto it, thus giving more strength 
against the tension of the strings.

          


As there were some deep carvings in the neck I decided to
strip the whole guitar. Spots from a strange liquid have
been removed as well.

       

Almost giving the idea that the back has been made out
of one piece of wood but in fact not.


Actually he first move was to repair the head as on
the left  the wood cracked due to metal strings and 
a much too high installed pitch.

              


In fact only visible from the back as the front of the
head had a veneer layer that was OK. On the side
the tuners will cover the seam visible there.


While working on this guitar the wood appeared to be a bit 
weak so I figured not to use a weaker piece of wood with
the right color but a more sturdy piece of wood.


I've matched the top of the fingerboard with the rather 
dark brown color of the sides, visible here. And already 
in those times the softer spruce heel is fitted in order to 
speed up the process of building a guitar.


Most likely these guitar sides weren't formed in a mold
but by hand on a piece of bowing iron, hence the traces
of the folding on one side.



Story around José Cortés Martinez



José Cortés Martinez (for his friends “Pepito”) 
was a study mate and friend of Juan Ponce Parres 
in Valencia. After José married, he lived for some 
time in Paris (from the end of 1904 till the start of 
1905) In Paris he took care as representative for
France and Germany on behalf of Juan Ponce. He 
represented the companies “Vicente Parres”, 
“Parres y Compañia” and “Juan Ponce”. During 
1912 he moved to Hamburg (Möncke-bergstrasze-
12) together with his wife and his son and daughter.
This move made it possible for him to enlarge his
sales area in Germany, Poland, Denmark and the 
Netherlands. Via the sales channels of José, Juan 
Ponce sold his instruments with great success.

For unknown reasons the friendship between Cortés 
and Ponce deteriorated during the years. The relation 
derailed in 1917 when José Cortés claimed a high
amount of money as commission on all of his sales in 
the countries mentioned. The real reason could be
that his own(!) instruments could not keep up with
price and quality of Juan Ponce’s. Juan Ponce stopped 
all contacts with José in view of this claim and also 
because of the unfolding of international problems 
coming from World War 1. No notes nor letters are 
found after this event in the archive of Juan Ponce /
Parres. (The export of Juan Ponce to afore mentioned 
countries minimalized from that point).
(translated text of Enrique Santiago)

José Cortés Pardo (son?) continued the business in 1929,
working at the Platanas, 11 in Benicalap.2) In 1929 and 
1930 José Cortés Pardo is registered at the Calle Pintor 
Vilar 2743) The business was dicontinued in july1932.





Juan Cortes






Een Juan Cortes gitaar uit de Serie de Lujo. Het begint
bij deze gelabelde gitaren doorgaans met modellen met 
een simpele "ladder"  bracing en een rozet bestaande uit
concentrische cirkels. Dit instrument heeft een waaier
van 3 balkjes en een wat verder uitgewerkte rozet en kop.
Het bekende witte label met de rode letters en een inge-
stanst productienummer. Wellicht door de importeur 
van der Wouw (Amsterdam) destijds gedaan. Scale:
645 mm. Breedte hals bij topkam: 52 mm. SOLD.


Mede vanwege een centrale balk die over de naad van het
bovenblad loopt is besloten de naad die wat open is gaan
staan, te vullen met lijm omdat de balk genoeg stabiliteit
geeft aan deze verbinding. Een simpele inzet is mogelijk 
en ook geen probleem maar gewoon niet nodig.


De kam is voorzien van een 12 gaats systeem. Dat maakt
het verwisselen van snaren veel gemakkelijker maar zorgt
tevens voor een betere hoek over het eveneens nieuwe
kambeentje. Het snarenblok is standaard bij dit model:
extra versierd met een pearloid fineerlaag.


Wat lichte peutjes in de hals van het slordig wegzetten 
maar de achterkant is, zeker gezien de leeftijd van deze 
gitaar, nog heel fraai.


Dit detail is hier weergegeven vanwege de tekening
in het hout van een soort van dierenkop (giraffe?)


En de achterkant in zijn totaal welke opvallend
gaaf is qua uiterlijk.


De topkam is bijgevijld en op de optimale snaar-
hoogte gebracht. Nieuwe mechanieken.


Ook de frets hebben een opknapbeurt ondergaan:
Netjes rond en glad gemaakt. (Gepolijst)


Even lastig om te vinden: De mechanieken 
die een beetje op dit soort gitaren horen.


Ook de kop is nog netjes en vrij van beschadigingen.



En een hak constructie welke geheel uit hardhout vervaardigd
is. Bij de meeste Cortes modellen is dat zo en daardoor weer 
wat minder verwijzend naar Valencia als "geboortestad'.

Het lijkt een later bewerkte kop te zijn maar 
dat is niet het geval. Het hoort zo.

De vorm van de kop is net wat 'ingewikkelder". De topkam 
zowel als het kambeentje zijn uit echt been gemaakt maar
is wel opnieuw "gesoigneerd" want de topkam had nogal wat 
scherpe kanten en te diepe gleuven. De toets wordt bij deze 
producent vaak gevernist en gemakshalve worden de frets dan 
meegenomen wat resulteert in een ongelijk fretoppervlak met
alle vervelende gevolgen van dien door de deels afspringende
vernislaag. Het fretwerk is nu rond, gevlakt en gepolijst.

Een lage kam is in principe prima maar vaak ook een teken
van een door de jaren heen "gegroeide" foute hoek die
de hals maakt met de klankkast. Voordeel bij dit exem-
plaar was de plaatsing van laag geplaatste gaatjes voor de 
snaren in het snarenblok. Toch een twaalfgaats kam ge-
maakt waardoor de snaren een goede hoek over het
eveneens vernieuwde kambeentje maken.

Simpele mechanieken werden wel steeds op de verschillende 
modellen toegepast. De rollers die van plastic zijn, scheuren
nogal eens en dat was ook bij deze gitaar het geval. Voor wat 
betreft de houtsoorten lijkt mij dat er notenhout voor de klank-
kast maar ook voor de toets is gebruikt. Mahonie hals en 
(gelukkig) een massief (vuren / fichten) bovenblad.

Hier dus niet de concentrische cirkeltjes rond het klankgat
maar een smaakvolle rozet. Waar de Juan Cortes gitaartjes
gemaakt worden is een beetje een raadsel. E.e.a. verwijst
wat nadrukkelijker naar Valencia dan naar Madrid. Dat
blijkt bij nader onderzoek ook zo te zijn!

Het etiket wat door de jaren heen geen veranderingen heeft
gekend maar dan wel de toevoeging: "Serie de Lujo" wat
zoveel betekent als "Luxe serie". De druk werd eerder
ook in het zwart uitgevoerd. Deze gitaar zal waarschijnlijk
uit de jaren zeventig zijn. Veel Spaanse firma's moesten
noodgedwongen stoppen met de fabricage van gitaren
door toenemende concurrentie uit Japan. Waar er in
Spanje vaak nog veel met de hand gedaan werd, was
het machinaal werk bij de Japanners wat er vaak ook 
mooier uitzag. Het lijkt de trend te zijn dat deze oudere 
Spaanse gitaartjes weer in aanzien komen. De naam
Juan Cortes is overigens een verzonnen naam door de
importeur van Wouw uit Amsterdam. Deze gitaren
komen niet uit Madrid maar werden in Valencia door
Jose Mas Y Mas vervaardigd.