Zoeken in deze blog

woensdag 25 januari 2017

Prudencio Saez Model 132 - Bouwjaar 1997 / Prudencio Saez Model 4A


Een van de duurdere modellen uit de reeks gitaren die
Prudencio Saez al decennia lang in Valencia produceert.
Het betreft hier wel het oudere model in de reeks top-
modellen van deze bouwer. Het model 132 is nu voor-
zien van een lattice bracing, zeer waarschijnlijk vanuit 
commercieel oogpunt (de populariteit van de Greg 
Smallman gitaren) Dit model is voorzien van de tradi-
tionele waaiervormige bracing en een andere kop.
Ook de kop is overigens hier al veranderd t.o.v. de
andere Prudencio Saez bovenaan.
Prijs: 675 Euro. VERKOCHT.


Ik ben helaas niet op de hoogte van de gebruikte hout-
soorten maar het is zeker dat deze 132 een klankkast
heeft van Madagascar palissander. Gezien de kop- 
inkepingen lijkt het erop dat dit een eerste stap naar de 
latere kop op deze modellen was. Men ging eveneens
van een 7 naar een 9 delige waaiervorm op het boven-
blad en het bovenblad is met individuele blokjes aan
de zijkanten gelijmd wat weer een stap terug naar
traditie is. Later werd de Smallman Lattice bracing
toegepast, populair gemaakt door John Williams.


Erg vreemde "move"  op deze gitaar is de ebben verstevigings-
strip die doorloopt tot in de kop. De mechanieken zijn van ver-
gelijkbare kwaliteit t.o.v. het 1991 model.


Pittige kopvorm maar wel gevoelig voor schades bij de
plaatsing van de gitaar tegen een muur. Niet doen dus.
Breedte topkam 52 mm. Mensuur 650 mm.


De toets is weer netjes strak gemaakt en eventuele vijl-
sporen, helaas maar al te vaak aanwezig op Spaanse
gitaren, zijn verdwenen. Een benen topkammetje met
een betere spacing is er uiteraard later aan toegevoegd.
En zelfs de eerste fret is vrij van speelgroeven dus
nog een gegarandeerd jaren gebruik van deze frets.


Bijna oranje-achtig gekleurde zijkanten wat de illusie van
Brazilliaans palissander wekt. Toch een mooie extra! Als
men dit vergelijkt met het huidige Prudencio Saez 132 model
dan komt men direct vergelijkbare houtsoorten tegen.


Mechanieken,  net wat uitbundiger gegraveerd in 
vergelijking tot het 1991 Model. De kwaliteit is hetzelfde.

Ditmaal een mooi fichten bovenblad dat qua klank alleen 
maar groeit naarmate de gitaar bespeeld wordt en ouder 
wordt. Ook het binnenwerk van deze gitaar laat de hoge
bouwkwaliteit zien: Prima lijmwerk, verstevigingsribben
voor de zijkanten, Een Spaanse "tong" (De hiel van de
hals in de kast doorlopend. En netjes gevormde ribben
op zowel boven als achterblad.


Een mooie rozet, smaakvol zoals ook een ebbenhouten 
toets die natuurlijk erg slijtvast is en alleen op de duur-
dere modellen wordt meegeleverd.  Naast allerlei andere 
net wat luxere bouwkenmerken zoals de constructies in 
de klankkast overtuigt ook de klank die zeker gelijk is 
aan het 1991 model. Overigens een mooi recht boven-
blad. Geen vervormingen.


De benen strips op het snarenblok zijn naast een mooie 
versiering ook een bescherming tegen de spanning van 
de snaren die na een tijdje groeven achterlaten.
Voldoende kambeenhoogte bij een prettige speelactie.
Overigens een mooi recht bovenblad.


Deze gitaar dateert uit 1997 maar heeft op enkele onbetekenende
gebruikerssporen nog niets geleden. Frets ook nog in prima staat.
Het model 132 heeft altijd behoord tot de top van de modellen
die door Prudencio Saez gevoerd zijn.

 

Een fraai uiterlijk mag er naast een prima geluid natuurlijk
altijd zijn. Ook hier is een ebbenhouten strip aangebracht 
in de hals voor de maximale stabiliteit maar let op de aparte
 move om de strip tot in de kop door te laten lopen.

 


Een sierstrip verdeelt het achterblad in twee (gespiegelde)
helften zoals bij de bouw van gitaren altijd wordt gedaan.
Voor zij- en achterkant is uiteraard gebruik gemaakt van 
massieve materialen. Interessant is het ook weer om hier
de vergelijking tussen de twee modellen 132 te maken.


Secure aansluiting hals body en ook netjes gelakt op 
deze moeilijke plaatsen. Zoals te doen gebruikelijk zijn er 
geen positiemarkers geplaatst op de zijkant van de toets. 
Toch even een positiepunt gemaakt op de 7e fret en
dit op beide gitaren.




Pittige kopvorm maar wel gevoelig voor schades bij de
plaatsing van de gitaar tegen een muur. Niet doen dus.
Breedte topkam 52 mm. Mensuur 650 mm.


Nette en goed werkende mechanieken die toch altijd 
weer een sieraad zijn op een goede klassieke gitaar.
Hieronder een reactie op iemand die informatie vroeg
over zijn Prudencio Saez uit 1998, toen nog exact het-
zelfde uitgevoerd als de hier aangeboden gitaar.

Re: Guitar Prudencio Saez, model 132 Message by 
Alejandro Gerardo 2015, I have one and I am delighted!
Comfortable, sonorous, many harmonics, and the finest 
neck I have ever seen. Mine is Madagascar rosewood 
and a spruce top  all solid. When they stopped making 
them,  it was listed for 1,600 Euros. It is superior to the
model 138, clearer sound, better bass, very balanced. It 
is on a level like guitars of 2000-2500 € current. It will
cost you a lot to replace it, the others will sound less 
or they will be hard, or deaf, or less harmonic ... If you
want something more, you tell me, in open or private. 

Regards Alejandro Gerardo



Prudencio Saez Model 4A




Dit type gitaar wordt door de firma Prudencio Saez met zowel een 
massief  ceder als massief  fichten  bovenblad geleverd. De hout-
soorten van de klankkast verschillen ironisch genoeg per aanbieder! 
Er zit echter een label aan de gitaar waarop de vermelding sycamore / 
sapelli staat. Duidelijk dus. Een palissander toets, ceder hals en 
"ebonized" brug maken de gitaar compleet. Deze gitaar wordt met 
hoes verkocht. Apart is dan weer wel dat de een hem voor 350 Euro 
kan aanbieden terwijl hij bij de andere zaak ruim 100 Euro duurder 
is. Zo is deze gitaar niet geprijsd. En dan krijgt U daarvoor ook nog 
eens een optimaal gesneden kambeentje en topkam uit materiaal 
dat alleen op de dure modellen terug te vinden is. VERKOCHT


Fijngenerfd ceder bovenblad met een inleg rozette zoals dat
van een een duurdere gitaar verwacht mag worden. Nagenoeg
vrij van gebruikerssporen en helemaal recht. Zeer prettige
bespeelbaarheid bij ruim voldoende kambeenhoogte. Kan
indien gewenst nog lager afgesteld worden. Scale 655 mm.


De gecompenseerde brug is nu voorzien van een benen 
kammetje terwijl dus het plastic kammetje vervangen is. 
De kam zit stevig verlijmd wat wel eens anders is op 
Spaanse gitaren. Prima hoek over het kambeentje.


De kop is voorzien van een palissander fineerlaag 
en natuurlijk het Prudencio Saez label.


Vaak worden gitaren tegen de muur "gesmakt' met als
gevolg altijd wat kopschade aan de achterkant. Dat is
hier in elk geval niet aanwezig.


De houtsoort van de klankkast is wat lastiger vast
te stellen. Het is geen Indiaas palissander maar zou
sycamore of sapeli kunnen zijn. Dat staat tenminste
vermeld op het label dat aan dit type gitaar hangt.

Simpele maar goed werkende mechanieken. Deze gitaar kent
geen luxe versieringen maar de klank overtuigt absoluut.
Een mooie diepe bas met ruim voldoende hoge frequenties en 
een stevige diskant zodat de balans erg goed is tussen de
hoge en lage snaren.

Prettige speelactie bij ruim voldoende kambeenhoogte
De hals is nog recht met de benodigde "neck relief" voor
een prettige bespeelbaarheid liggen de snaren dus echt
niet te ver van de toets. Geen fretslijtage.


Gewoon een veel betere gitaar kopen voor de prijs van een 
echte beginnersgitaar met de toezegging dat er bij problemen
wat aan gedaan kan worden maar zeker ook dat er bij verborgen
gebreken altijd op de koop terug kan worden gekomen. 

Palissander toets en smaakvolle rozet!              


Wat lichte gebruikerssporen en wat bij veel Valenciaanse
gitaren voorkomt: Hier en daar onder de lak wat melk-
achtige verschijnselen. Niets onrustbarends.


Ook de afwerking van de hiel is onberispelijk en de 
klassieke Spaanse "tong"  in de klankkast ontbreekt
niet.


Het fretwerk eigenlijk nog "als nieuw" en natuurlijk
zorgvuldig gepolijst door mij. De toets wordt dan
natuurlijk ook even ingeolied.


De merknaam in een sticker opgebracht.


Het label dat getuigt van de wat kleinere plaats bij Valencia,
Torrent, waar de Prucencio Saez werkplaatsen gesitueerd zijn.
Het modelnummer mag natuurlijk niet ontbreken.


Hijo de Vicente Carrillo gitaar 1988 nr. 8




Een interessante gitaar van de Vicente Carrillo Dynastie.
Het atelier is gevestigd in Casasimarro (In de provincie 
Cuenca) Vicente Carrillo werkte samen met Santos Her-
nandez en Manuel Ramirez, niet de minste namen en hij 
geniet dan ook waardering voor zijn werk. Zijn zoon 
heeft de traditie voortgezet en deze gitaar is dan ook 
vanuit diens atelier gekocht. VERKOCHT


Daar moest wel het een en ander aan gebeuren. Zoals zo 
vaak klopt de hoek hals / klankkast niet meer wat resul-
teerde in een te hoge speelactie. Als dan ook het kam-
beentje eigenlijk al ongewenst laag is afgevijld terwijl 
de kam beslist niet te dik of te zwaar is uitgevoerd, is een 
neck reset onvermijdelijk. Een andere mogelijkheid is 
het afschaven van de toets naar de kop toe.


Daarvoor moeten eerst de frets eruit nadat er goed gecontroleerd
is wat de dikte van de toets ter plekke van de topkam is en natuur-
lijk de hoek die de snaren over de topkam maken. Gelukkig laten
de meeste Spaanse bouwers de toets nogal dik ter hoogte van de
topkam. Zo ook hier.


Nadat de toetsdikte zo'n 3 mm is teruggebracht, kan de gitaar
weer gefret worden. Ter hoogte van de 12e fret is er hoe-
genaamd geen materiaal van de toets weggenomen waar-
door de hoek van de hals klankkast ten gunste verandert. 
Hier kwam e.e.a. perfect uit: Met een lang lineaal over de
frets gelegd maar eerder al over de toets zonder frets kun
je controleren of e.e.a. goed gaat worden. Het uiteinde van 
het lineaal moet halverwege de kamhoogte uitkomen.
Nadat de frets erin zitten win je weer een mm wat dat
betreft. De kambeenhoogte kan nu hoger afgesteld
worden wat resulteert in een betere hoek over het
kambeentje en een beter geluid: Meer volume, kern 
in de toon, meer sustain en brilliantie.


Het oude topkammetje bleek uit been te zijn vervaardigd
en het is mooi te zien wat het verschil was voor en na de
topkam verlaging. Een precies karweitje want ook dat
vergemakkelijkt de bespeelbaarheid. Doordat de hals 
als geheel dunner aanvoelt, loopt het spelen op deze
gitaar veel gemakkelijker. Met als bonus een wel-
haast onherkenbaar geluid: Veel beter! (ook de bassen)


De gouden regel is dat een beentje voor 2/3 in de gleuf zou moeten 
zitten en voor 1/3 en bovenuit moet steken. Dat is bijna nooit het
geval maar hier is het dan toch wel gelukt. Ivoor voor dit nieuw
geslepen beentje. En de snaren maken een mooie hoek daaroverheen.


Frets en toets zien er weer maagdelijk uit.  Leuk om zo'n
gitaar weer tot leven te wekken. Vicente Carrillo heeft een 
eigen website en staat als bouwer in hoog aanzien!


Als een gitaar dan zo goed uit de reparatie komt moeten
we zijn "jasje" erbij aanpassen vind ik. Ik had nog wat 
"speelruimte" met de tijd die ervoor staat. Dus achterkant
en hals krijgen nog even een vernisbeurt. De hals had het 
zeker nodig i.v.m. lelijke kale plekken. Maar dat gebeurt 
niet tegelijkertijd aangezien de hals kan drogen op het 
moment dat de gitaar weer op zijn achterkant neergelegd 
kan worden. Conclusie moet zijn dat er Madagascar 
palissander is gebruikt voor de kast. In tegenstelling 
tot de massieve zijkanten is de achterkant gelamineerd 
maar dan wel een palissander op palissander laag.


Nog wel kwetsbaar maar ook de hals heeft zijn laagje 
gekregen. Alkyd vernis wordt hiervoor gebruikt. Deze
geeft een mooie glans die ook weer niet te industrieel
er uit ziet. Na uitharding bij de kop nog wat polijsten.


De hals kende wat lelijke kale plekken en wat ondiepe 
beschadigingen. Ook hier geldt weer: Voor het ver-
wijderen van alle beschadigingen zou de hele lak-
beurt op kaalgeschuurd hout uitgevoerd moeten wor-
den: Een stuk ingrijpender en tijdrovender en hier
niet noodzakelijk. Daar de toets van palissander is
moet je ervan uitgaan dat deze nogal "oliehoudend"
is en dat de lak daarop erg langzaam droogt. In het
geval van palissander altijd de boel goed ontvetten
met bijvoorbeeld pure alcohol alhoewel Thinner 
ook wel werkt. Droogtijd toch meestal wat langer.


Het spuiten kan pas gebeuren na het nodige afplakwerk.
Spuiten is de kunst dus niet, het afplakwerk soms wel!


Misschien zichtbaar maar waar de kop is afgeplakt, krijg
je een onvermijdelijke overgang. De lak moet goed uitge-
hard zijn om dat netjes weg te werken. De positiepunten
kun je inleggen maar een prima alternatief is puntjes
maken met witte paarlemoeren nagellak.


Zoals te zien hier de twee positiepunten en de hele hals
met de prettige speelactie en zijn nieuwe frets natuurlijk.
Ook is nu te zien dat de dikte van de toets bij de kop
duidelijk minder bedraagt dan ter hoogte van de 12e fret
(waar de hals in de klankkast overgaat.) Dat is het zoge-
naamde kantelpunt. Omdat je de hoek wilt veranderen,
is de toets bij de hoogste frets niet afgeschuurd waar-
door mede door de nieuwe hoek nu meer "speelruimte"
komt voor de snaren op de 13e en volgende frets.
Jose Ramirez bouwt dit effect zelfs standaard in om
de snaren meer trillingsruimte te geven en daardoor
minder kans op het ratelen van de snaren!

Connection Juan Roman Padilla / Antonio Marin Montero





Here the lacquer on the Juan Roman Padilla guitar 
has been removed as it was mistreated and suffered
from humidity problems, especially on the back.


Nice and shiny again. I used Alkyd based lacquer 
which gave me nice results in the past. After examining
the lacquer job I did on it, Stephen Hill asked what kind
of lacquer I was using. In fact a hidden compliment!


On most Juan Roman Padilla guitars there were only two 
horizontal white decoration strips and no further inlay.
I replaced the damaged plastic ones with ivory.


There were two cracks in this bridge just in line with
the vertical left lining of the stringblock. I made
two inserts with wood that was on par with the wood
of the bridge itself. In that way I was able to save 
the bridge.


The back of the Juan Roman Padilla guitar the way 
it came to me in its' unrestored condition.


Carefully removing the lacquer was a must.
Repairing a crack in the back then is possible.


Nice again!


In other guitars of Juan Roman Padilla some stamps can
be found on the label, partly on the surrounding wood.
The spruce center gluing strip is also present here. Again
a spruce center gluing strip for the two halves of the
back can be detected here.


Another Juan Roman Padilla guitar put up for sale!
This one resembles other genuine Juan Roman Padilla
guitars much more: Headshape, bridge, spruce center 
strip on the two halves of the back, other woods...


Visible here are the two horizontal white strips
on the stringblock of this guitar. On top of the
head the "single"  wings can be determined by
clicking on this picture. As Stephen Hill bought
the woods Juan Roman Padilla wasn't in need of
anymore, he was able to tell me he was holding
a special type of superior cedar he used for
his necks. Though Stephen met Roman Padilla
and even studied with Antonio Marin Montero
he wasn't able to tell me who built the guitar.



Another picture from a 1975 Juan Roman Padilla.
The inlay of the sides differs from my 1970 Juan 
Roman Padilla guitar and other AMM guitars!


My 1970 Juan Roman Padilla after the restauration.
Scale 657 mm. Width topnut: 53 mm.


Present here are the wide slots on my guitar the 
way they can be found on most AMM guitars.


This picture is added as things might appear different when
photos are taken from another angle. This is the way "it is".


Quite curious for me was the uneven length at first
of the tuner slots! I've corrected this. The original
topnut here was still present. I've once detected
the same unevenness on an Ignacio Fleta guitar!


The well known Juan Roman Padilla label.
I've compared the written dating and this is
the handwriting of Juan Roman Padilla and
not Antonio Marin Montero's.


Alass. Only this side was still present on the 1970 
Juan Roman Padilla guitar. Some ads are saying
them to be from Fustero. I don't know.... but I've
seen exactly the same on a AMM guitar.


A cedar top and my investigations went further: Did
Antonio Marin Montero used cedar for his soundboards?
Yes he did. I found some early cedar topped guitars 
from him on the internet. Here the rozet before the 
relacquering job.


And afterwards.


The side before the relacquering job.


And afterwards



Here the section of Antonio Marin Montero Guitar pictures starts.




The double decoration strip on this AMM guitar is identical to
that on my1970 Juan Roman Padilla labelled guitar. The strip
is also present on the outer heel covering.


Suspects are here that the bridge has been reglued and it
is questionable wether if it is the original one although
the stringblock on most AMM guitars have these white
lining on all sides.


The more pronounced heel on the AMM guitars of that time
is clearly visible here. The Juan Roman Padilla heels are
less "sharp". Moreover besides the neckwood the heel
consists of more pieces of wood on the Juan Roman 
Padilla guitars and only one piece of wood on the AMM
guitars. The inner heel end on the AMM is quite square
but possibly also on the Juan Roman Padilla guitars(?)


Very clearly the one piece heel can be studied here on an
early AMM guitar. As for the side woods, AMM often
used Brasilian rosewood which could be the case here.


The side inlay on my 1970 JRM guitar is identical.


The top of the stringblock isn't parallel to the soundboard
but a bit slanted. That is also the case on the Juan Roman
Padilla guitar from 1970.


This headform also has the double "winged" headform
on top (as I call it) The two typical smaller wings even
were made smaller in the second half of the seventies.
The slots for the tuners were wider on the AMM guitars
than on the JRP guitars most of the time.


Not a very significant but still striking detail: The fret ends on
the AMM guitars have a steeper angle than on the JRP guitars.


Clearly visible here is the mahogany gluing strip in
the middle of the back as opposed to the spruce one
used in the JRP guitars of that time. Also the quite
square inner heelblock can be seen.


I was really glad to receive this picture as it shows one
side of the tuners that is exactly the same as on my
1970 JRP guitar. Alass, only one side of the tuners was
present on my guitar so I had to replace them. Tuners
mostly were ordered from abroad and many handbuilt 
Spanish guitars are equipped with Fustero tuners.


This guitar still can be found on the site of the Grand
Guitar Salon in Montreal. Luthiers often have their
own stock of different woods and the choice of woods
made by Antonio Marin Montero seems to be more
close to my 1970 Juan Roman Padilla.


Paul B. Jabrayan in charge of this shop generously 
made a lot of pictures from the inside for me. Here you 
are able to study the endblock that has been built out 
of three pieces of wood. AMM didn't want the topgrain 
wood of the endblock glued against top and back. It 
was his believe that it is less strong. Later he placed 
endblocks out of one piece but with the grain parallel
to the grain of the sides. I found that in a 1984 AMM
guitar. From about 1977 the interior dramatically
changed as AMM followed some ideas of the French
luthier Robert Bouchet also for the fan bracing.

I will add some extra's here without pictures:

Answer from John Ray: Granada based luthier.

Juan Román Padilla died a few years ago. In speaking to him I did learn that Antonio Marin 

Montero and Manuel Bellido made some instruments for him but not, I think in 1970. I have 

just spoken to Aarón García who is more knowledgeable than myself about historical guitar-

makers and we agree that although sometimes Padilla made rough looking guitars he was 

capable of much better work. It is very hard to judge the truth. From my experience with 

guitars of that period I think that when one maker asks for another to make guitars for him 

the exterior and the aesthetics are very important but it would be unusual for the buyer to 

dictate how the guitar should be constructed. After all, if one maker asks another to make 

an instrument he is looking for the skill of that maker or the sound. 


A remark about the reinforcements of the sides: I only see one full side brace each side 

just about one inch below the transverse brace, few partial braces above the transverse brace 

in my Antonio Marin Montero. (Paul B. Jabrayan) That is also the case in the 1970 

Juan Roman Padilla guitar.


Neck / Head joint Construction: Identical on both guitars: The headwood ends a bit

                  further up the neck. (We made a comparison between their AMM (Grand Salon Montreal) 

                                                             some other early AMM and my JRP.)


Reinforcement Soundhole: goes with the circle of the soundhole itself.

          Furthermore straight executed. (That is exactly the same in my 1970 JRP.) 

                                                                Guitar is lightly built as is the JRP.



Sound: Renaud Cote-Giguere playing on a Antonio Marin Montero 

from 1971. Can be found on youtube. No reverb added and

indeed a lot like the 'Juan Roman Padilla”. The remarks from

Mr. Renaud Cote-Giguere were: I enjoyed playing on that guitar, 

very colourful, and a quick response ! It seemed a very traditional 

instrument, and I enjoy these kinds of guitars! Sounds like something 

Julian Bream would play on. 

My idea regarding the sound is that it indeed sounds more traditional

but with a rather fast decay and not that much sustain. As the higher

notes are sounding a bit punchy the guitar gives an idea of flamenco

influences. Balance is good and the guitar certainly is suited for some

Spanish music but not all sorts of music. Compared to a 1984 AMM

it is an entirely different guitar. The 1984 is much heavier, very well

built with a good balance, sustain, lots of overtones but strangely

enough it seperates nicely and is suited for all kinds of music.



Scale: The scales differ from 650, 655 until 665 mm on

both the AMM as the JRP guitars, probably under influence 

of the Madrid (Jose Ramirez) school.


Dimensions: The dimensions measured on the bodies of the

different guitars from AMM and my JRP labelled guitar are

very close to each other.




Another event closely related to the formation of this association is a an exhibition organized by the same group of makers. This was in 1989 and it helped to consolidate this important group. In addition to those mentioned above, the catalogue from this exhibition includes Juan Román Padilla (1928- 2018) who in an interview in 2012 assured me that he had ordered guitars for his label from the dúo Antonio Marín and Manuel Bellido. (John Guitars)