Zoeken in deze blog

zondag 16 januari 2022

Salvador Ripolles (Valencia) gitaar: Vijftiger jaren (?)




Hier toch nog een keer wat nadere informatie over het gitaartje 
wat ik onlangs gescoord heb. Of het qua geluid iets is, zal de 
toekomst nog uit moeten wijzen. Er moet nu nog te veel in orde 
gemaakt worden. De kam is slecht en niet op de juiste plaats 
gelijmd. Bovendien met een soort Bisonkit lijkt wel. Ook is de 
kam veel te dik gelaten maar dat corrigeer ik toch wel even.
VERKOCHT.


De achterkant die zijn sporen misschien niet verdiend 
maar wel gekregen heeft. Maar het is allemaal reparabel.
Wel bijzonder is dat zowel achterkant als zijkanten een
typische wenge "vlam". vertonen terwijl notenhout 
destijds toch veel gangbaarder (en goedkoper) was. 


Wat scheuren die wel dichtgezet gaan worden. Opvallend 
zijn de balkjes die op de zijbladen geplaatst zijn, dus van 
boven- naar onderblad lopend en dat op een afstand van plm. 
8 cm van elkaar over de hele omtrek gelijmd. Ik heb het in 
dat aantal nog nooit in een gitaar aangetroffen. Houdt het 
zijblad wel netjes recht natuurlijk maar maakt de gitaar
ook zwaarder en wellicht wat minder resonant.


Bekend van deze Valenciaanse gitaartjes is het "uitge-
kristalliseerde verfwerk dat gelukkig gemakkelijk te 
verwijderen is. Het is namelijk veel te gevoelig voor
krassen die er duidelijk zichtbaar en dus lelijk op
naar voren komen. Wel een waaiervormige bracing 
bestaande uit 5 balkjes. De schaal van deze gitaar 
is 645 mm dus comfortabel te bespelen.


Bepaald geen symmetrische kop maar gezien wat 
lichte beschadigingen aan de voorkant van de kop 
wordt dat natuurlijk meteen "meegenomen".


De typisch Valenciaanse manier van werken met 
een wat zachtere houtsoort die als hak fungeert.


Een label dat ik nog niet ben tegengekomen van deze bouwer.
Bij werkzaamheden in de klankkast verpulverde het originele label 
meteen. Gelukkig had ik er al van te voren een foto van gemaakt!


Wel prima werkende geklonken mechanieken welke 
dus niet uit de plaat gebogen zijn. RAED Patentado.


Een net wat luxer rozetje en een waaierbebalking 
bestaande uit 5 netjes geschaafde balkjes. Uiteraard 
verder de koperen frets in een hoogstwaarschijnlijk 
notenhouten toets in dit geval.


Een foto van de nu kale achterkant.  Het is vrij gemakkelijk
om een oudere Spaanse gitaar van zijn laklaag te ontdoen.
Dat heeft alles te maken met het kristalliseren van de nitro
cellulose lak, een proces wat zich altijd na enkele tientallen
jaren voltrekt. De tekening van het hout wordt alleen maar 
beter zichtbaar en de achterkant is klaar om gerepareerd
te worden en nadien netjes uit te vlakken.


Door de kale achterkant met een vochtige doek met 
terpentine in te smeren, krijg je een idee van de kleur 
die de gitaar na een lakbehandeling zal gaan krijgen.
De aanvankelijk gelige kleur is helemaal weg.
Het wordt allemaal veel roder. Teakhout, wat soms
veel lijkt op wenge, zou een veel geler aanzicht
hebben gegeven. De gitaar verliest deze kleur na
het natmaken pas na een aantal uren. Genoeg tijd
dus om een paar foto's te maken.


De scheuren zijn dichtgezet en het verder spuiten kan 
beginnen. Twijfels blijven over de houtsoort aangezien 
notenhout soms ook deze structuur kan vertonen....


De randinleg rechtsonder gerepareerd evenals een scheurtje 
in de buurt van de toets. Het bovenblad is nog mooi recht en
de balkjes die loszaten zijn weer stevig vastgezet. De kam is 
eraf geweest en dunner gemaakt. Bovendien nu toch maar
gekozen voor de juiste plaats i.v.m. de intonatie.


De gitaar ziet er weer netjes uit en is gestabiliseerd voor wat
betreft een scheurtje dat linksboven in het bovenblad zat.


De achterkant was er wat erger aan toe en heeft diverse inzetten
gekregen. Het blijft zichtbaar maar kan weer een leven lang mee.


Nog steeds onduidelijk om wat voor houtsoort het gaat.
Misschien toch geen Wenge?


Ik kan het niet laten om zo'n kop dan toch weer
enigszins symmetrisch te krijgen en wat kopbe-
schadigingen weg te halen aan de achterkant.
Leuk klinkende gitaar maar steekt niet met kop
en schouders uit boven zijn "soortgenoten".


Otto Vowinkel Concert guitar 1994


Finally I've came across an Otto Vowinkel, the Dutch luthier
from Amsterdam. A lot of professional guitar players are
choosing for his instruments. Therefore the price is most of
the time out of reach for most people of the guitar playing
community.  This guitar is from the year 1994. Vowinkel 
was true to the old school of guitar building but along the 
line he must have added several ideas of his own. 
Scale length: 650 mm. Width topnut: 54 mm.

A traditional 5 fan bracing of the top with two closing ribs 
but the transverse bar just beneath the sound hole has been 
provided with two "tunnels" in a sense that left and right 
from the middle that bar hasn't been glued to the soundboard 
in order to have an even more freely vibrating top.
NOT FOR SALE.


Back in the nineties his work was already outstanding and
proof of that can be listened to on a video where Tarik Harib
plays a 1996 Otto Vowinkel concert guitar for Grandguitar-
salon. In those days Otto Vowinkel used the headform later 
introduced for the second line of instruments supervised
by him but made in Spain by the Picado company.


Most likely Vowinkel is concentrating on a good sounding
instrument and a bit less on the marquetry. So not an 
elaborate roset here. Just plain simple. He more recently
uses the Amsterdam flag to add to his rosettes.


The hand signed and dated label. Plain as are a lot of the 
executions on this guitar. Focused on sound and with result!


The bridge that has the protecting bone edges on the string 
tie block. An idea more luthiers should apply. On the left
you can see some traces of a spot where the bare wood 
came through when leveling the two sides of a crack.
It was still closing and therefore only working in some
glue so not yet some cleats to strengthen the sides.
I will see how things are holding as I'm planning
to keep this one. Most of the time one of the braces 
are crossing the crack so enough support!


The back that has been made out of Indian rosewood as 
are the sides. Everything has been French polished as
it in fact belongs to a top instrument. The back was 
damaged up to the bare wood and trying to cure things 
will result in annoying color differences. Therefore
the whole back has been French polished again


Not visible on this picture but some wear in the layers
of the French polish up to the bare wood urged me to do 
the back all over again. Most of the time advantage of the
French polish technique is that you can treat only the spot.
As the layer done in 1994 has yellowed over time, it
was a must that I needed to do the whole back again 
in order to avoid colour differences.


Also the back of the head is still OK but the pointed
headform was a bit damaged. With only a small amount
of hardwax it can be cured close to the original color.


Great machine heads but I do not know the manufacturer.
Possibly Schaller but I will come up with the brand when
I'm introducing this picture to the Luthier club on FB.
To my opinion they are Gotoh tuners but someone also
was pointing on the Der Jung tuners which are very
competitive priced. Though they are on this guitar, I
think to conclude that they are from Gotoh, being
a very reliable company. Thanks for fellow guitar
players that helped me in this matter.


As has been stated already the pointed headform in those 
times used for his concert (and hand signed instruments)
The frets have been redressed as there was enough material
left over. It was obvious this guitar has been played a lot.


It all starts with the use of good materials but one cannot 
deny that a special talent is needed to make a guitar outstanding.


A bit of an Islamic idea that was the inspiration
for this headform? I made a new nut for this guitar 
as someone must have ruined the original one.


When having the strings that long on a guitar, even the bone
in the bridge colors in an ugly way. So also here a tight fitting 
new bone was made as a start for a good set up. This guitar
has lots' of volume but never sounds harsh and colors nicely 
once striked at various places. The sustain is remarkable and
seems to make playing more easily. This instrument has been 
provided with a 655 mm scale. The nut dimension is 53 mm. 

The guitars' own frequency lies around the low G (about 98 
Herz) Some guitar players think that to be of importance.
It sure does something on the whole frequency spectrum.
This guitar surprised me a lot as I haven't encountered a
guitar in this quality up till now. I heard and played a Fleta
on an auction in Vichy that as outstanding but at a price of
about 18.000 Euro's hammer price, hmm. Then later a 
Hermann Hauser II showed to me was a guitar to remember
as well. Not strange Andres Segovia played that one for
a long period of time before he switched to a Ramirez.

zaterdag 28 augustus 2021

Hiroshi Tamura P50 Bouwjaar 1972

 


Een mooie Hiroshi Tamura gitaar uit 1972.
Het is een P50 model. De Japanners voerden dit soort
model aanduidingen n.a.v. de prijzen die ze destijds 
(jaren zeventig) vroegen voor hun producten. Dit was 
toen een dure gitaar want de koers van de Yen 
devalueerde nogal in de zeventiger jaren. Maar 
ik heb deze gitaar niet gekocht bij wijze van inves-
tering. Het geluid sprak me aan. De gebroeders 
Tamura werkten samen gedurende de 60-er, zeven-
tiger en tachtiger jaren. Niet meer in leven en ook 
geen opvolgers betekende helaas een beetje 
verdwijnen in een soort obscuriteit terwijl hun aanzien 
niet voor Kohno of Orozco hoefde onder te doen.
Destijds 50.000 Yen. Nu 700 Euro. VERKOCHT


Een fraai en fijngenerfd bovenblad dat echter wel zijn sporen 
heeft meegekregen van het intensieve bespelen maar ook een
beetje vanwege een ruwe behandeling. Massief ceder boven-
blad en een ebben toets met verrassenderwijs een plastic 
topkam. Die is natuurlijk vervangen door een benen kammetje
evenals het brugbeentje. De schaal is 655 mm en de gitaar 
is uitgevoerd met een waaiervormige bracing van 7 latjes 
inclusief twee sluitribben in de oude Antonio de
Torres traditie.


Het achterblad is gelamineerd uitgevoerd evenals de zijkanten.
Vaak wordt dit als inferieur aangemerkt maar bedenk daarbij wel
dat veel 19e eeuwse Franse gitaren ook zo werden uitgevoerd.
Een zachtere houtsoort aan de binnenkant tegen de hardere
buitenlaag. Maar vaak ook palissander op palissander wat bij
overzeese export veel stabieler blijkt te zijn. En zelfs tegen-
woordig zijn de Clase 1A concertgitaren van Jose Ramirez nog 
van gefineerde zijkanten voorzien. Het lijm en constructiewerk 
aan de binnenkant van de Tamura is onberispelijk!


Een palissander brug waarbij de hoogste snaren hier
nog met een simpele blouse knoop als snaarhouder 
zijn vastgezet. Inmiddels is deze brug voor wat betreft
de drie hoogste snaren van een string saver voorzien
om een betere hoek over het kambeentje te verwe-
zenlijken maar eigenlijk niet nodig.


Een smaakvolle kop maar wel met een afwijkende
afstand tussen de verschillende stemknoppen en hun
assen: 38 mm in plaats van de gebruikelijke 35 mm.
Niet te krijgen al maakte de Spaanse fabrikant Fustero
deze wel op aanvraag. Helaas bestaat dat atelier niet meer.
Goede mechanieken, doorgezaagd en van een messing
plaatje voorzien. zorgden voor een prima oplossing.
De firma Rubner maakt overigens op verzoek wel
mechanieken met een afwijkende "spacing".


Op de duurste Tamura modellen is een ebben
verstevigingsstrip te vinden in de hals. Hier dus
niet maar na bijna 50 jaar is de hals nog steeds
recht. Het geluid van deze gitaar is vergelijk-
baar met de Kohno modellen: Een mooie stevige
bas gecombineerd met een rijk en mooi rond
hoog. Dat alles in goede balans. Wellicht dat de 
gitaar wat aan een specifiek geluid mist maar dat 
is persoonlijk en soms ook alleen voorbehouden 
aan de topmodellen van de grote bouwers.


Op deze foto is de oplossing te zien die ik bedacht
heb om de 38 mm afstand tussen de stemknoppen
op te vangen: Een messing plaatje ertussen na de
standaard mechanieken van 35 mm te hebben 
doorgezaagd. En de vrijheid om een kwalitatief
goed en geschikt mechaniek uit te zoeken.

zaterdag 31 juli 2021

Jose Rodriguez Model 8ST Spaanse gitaar (Valencia) / Lucien Gelas gitaar


Ik koop graag gitaartjes waar het een en ander aan moet 
gebeuren. Dat is begonnen toen ik met mijn vrouw op een
warme dag in Jerez de la Frontera liep, terwijl iemand
een gliko opende om er een gitaar in te gooien. "Mag ik
hem hebben?" was mijn vraag "Esta rotta" was het antwoord.
Nou, dat viel mee, een gebroken kop welke nog prima
te lijmen was. Gerepareerd en gewoon weggegeven aan 
iemand die mij ook van dienst was geweest. Deze gitaar
leek ook zo'n lot beschoren te zijn. Wat schades die minder
eenvoudig door iemand zomaar hersteld kunnen worden.
Zoals hier een goede reparatie aan het massieve boven-
blad (Linksonder) SOLD.


 
Deze gitaar is helemaal nog niet zo oud maar is wel
een beetje mishandeld en heeft ook aan het achterblad 
nog wat reparaties ondergaan. De moeite? Ja, want
deze gitaren zijn de directe opvolgers van de illustere 
Antonio Lorca gelabelde gitaren uit de Guitarras
Mervi fabrieken in Valencia.


Jose Rodriguez model 8 ST is direct te vergelijken met
het model 8 van Antonio Lorca. Gewoon wat netter
gebouwde gitaren dan doorgaans in Valencia en zeker
qua klank de moeite waard.


Met trots wordt blijkbaar kond gedaan van het mas-
sieve bovenblad dat je op deze gitaren terugvindt.


Tsja, mocht je een labeltje tekort komen.... Dit label
is gefotografeerd van de gitaar hierboven en zichtbaar
is dus ook de "Antonio Lorca" afkomst alhoewel die
naam een "Fake"  is omdat Antonio Lorca een be-
roemde bouwer in de 19e eeuw uit Malaga was.


Misschien wat minder mooi, maar krijg het maar eens 
op kleur. Donkert in elk geval nog na aan het daglicht.
E.e.a. sluit echter prima aan en is volkomen stabiel.
Garantie geef ik daar gewoon op!


Een mooie rozet en eigenlijk een fijngenerfd bovenblad 
wat meestal voor de wat duurdere modellen gebruikt wordt.


Rechts onderin een klein inzetje om daar de rand weer 
stevig te maken. Daar is de gitaar wellicht een keer
op gevallen.


De achterkant van de kop is netjes. Geen breuken
of iets dergelijks.


Simpele nieuwe mechanieken maar alles werkt naar behoren.


Netjes gevlakte en gepolijste frets die klaar zijn
voor jaren speelplezier. Heel prettige speelactie
mede door de wat korte schaal waarmee deze
gitaren zijn uitgerust. Het geluid is de sterke kant
van deze modellen en ze onderscheiden zich dan
ook van andere modellen vergelijkbaar in prijs
evenals hun illustere voorgangers: De  Antonio 
Lorca series.


Lucien Gelas



Het leek me een leuk project om me daar nu eens op
te storten. Veel werk maar als gepensioneerde telt dat
allemaal wat minder mee. Dus "het mes erin".


Diverse (onvermijdelijke) scheuren in het bovenblad en
het is dan ook dan vraag of het tussenblad daarvan verschoond 
is gebleven. E.e.a. is goed te repareren want het achterblad
is te ver heen om te gaan restaureren. Massief esdoorn is
nog voldoende te krijgen en dat op kleur brengen lukt me 
ook wel. De kam heeft het, zoals erg vaak op deze modellen
in verband met de trekkracht van de snaren door deze 
constructie, ook begeven.


Een "inkijkje in deze bijzondere gitaarconstructie. Scheuren
waar je normaal gesproken niet bij kunt bij het toepassen van
zo'n dubbel bovenblad. Miguel Llobet maar ook Ida Presti
hebben ooit dit model bespeeld en in hun collectie gehad.


Vaak is het gebruik van stalen snaren schuldig aan dit soort
schades dus dat moet voor de toekomst met klem afgeraden
worden al is het wel mogelijk met de nieuwe kamconstructie
in combinatie met de snaarhouder die erop zit.


Dan maar alle knoppen eraf als we er toch al twee mis-
sen en een derde een afwijkende kleur en vorm heeft.


Een kleur kiezen die past bij het inmiddels weer op
kleur gebracht bovenblad. Overigens hebben goed 
geplaatste inzetten bij het repareren van een scheur 
nauwelijks invloed op het uiteindelijke geluid. Een
scheur is eigenlijk ook een teken van teveel spanning 
tussen de diverse onderdelen en dat kan wel eens
positief voor het geluid maar negatief voor de
toekomst van een gitaar uitpakken.


Niet alleen de klankkast moet voorzien worden van 
een nieuwe laklaag ook de hals wordt aangepakt als-
mede de toets en nieuw fretwerk. De stemknoppen 
zijn ook opnieuw met de hand vervaardigd .


Ander licht kan een nogal wisselend effect hebben 
op de uiteindelijke uitstraling van een instrument.


Een nieuwe brug met stringsavers die echter niet
meer op de juiste plaats bleek te zijn terecht gekomen.
Dat heeft alles te maken met het vervangen van het 
achterblad, waardoor de onderdelen zich anders 
gaan zetten. Daarom is de oplossing hieronder aan-
gebracht. Vergemakkelijkt ook nog eens het 
verwisselen van de snaren.



Nieuw fretwerk en een weer verfraaide toets


Zoals te zien is, is de kam schuin geplaatst
maar hij is op exact dezelfde plaats gelijmd
als voorheen. Vroeger werd de hele kam vaak
schuin geplaatst en later pas werd er alleen een 
schuine gleuf gemaakt voor het kambeentje 
en werd de kam weer recht op het bovenblad
gelijmd. Dit fenomeen is vaak te zien bij gitaren
uit de eerste helft van de vorige eeuw. Verkocht


De nieuwe stemknoppen gemonteerd, al is 
er gebruik gemaakt van de oude mechanieken.
Het mechaniek voor de hoogste snaar werkt
andersom: Een oude restauratie die ik intact
heb gelaten want dat hoort een beetje bij de 
historie van dit instrument.


Nieuw kambeentje en opnieuw gelakte kop 
met opzet in zijn oorspronkelijke kleur gelaten


Links is een inmiddels gerepareerde en gestabiliseerde
scheur te zien. Ik kon er allemaal gemakkelijk bij toen
het achterblad verwijderd was.


De hak die ook weer stevig is vastgezet.


De hals is ook ontdaan van allerlei butsen 
en die speelt nu weer als een zonnetje.


Uniek blijft toch die vreemde constructie. Het heeft
toch echt ook wel zijn effect op het geluid: Met name
de sustain van deze instrumenten is opmerkelijk.


En natuurlijk een fotootje van de mechanieken
aan beide zijden met hieronder het apart aan-
gebrachte hoge E-snaar mechaniek.



Het originele achterbad was ook wel degelijk uit esdoorn 
vervaardigd, een harde houtsoort die zich niet zo gemak-
kelijk laat "plooien". Bovendien teveel deformaties bij 
de scheuren.


En dat allemaal terwijl we zo ongeveer hier 
"vandaan' kwamen. Een stukje gitaarbouw-
historie en zeker een "hebbedingetje" voor
de verzamelaar. Overigens niets ten nadele
van de bespeelbaarheid en het speelcomfort
van de tegenwoordige modellen.